Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Hij was dood. "De bleekgezichten zijn niet meer in den canon," rapporteerden zij. "Zij zijn aan den ingang naar het meer genesteld, en hebben op ons geschoten. Onze broeder is door een kogel in het hart getroffen. Hij was zoo onvoorzichtig, zich in den maneschijn op te richten." Dit bericht wekte het wantrouwen van den Ouden Donder op.

Eer de troep tien minuten ver gereden had, bereikten de rotswanden van den canon reeds een hoogte van meer dan honderd voet; nog een kwartier, en zij schenen zich tot in de wolken te verheffen. Hier waren ook reeds de rondgeschuurde steenen, die het rijden zoo bezwaarlijk maakten. Na het derde kwartier werd de canon eensklaps breeder, dubbel zoo breed als die tot dusver geweest was.

Een geluk, dat de Roodhuiden niet op de gedachte waren gekomen, om zich van haar te bedienen, ten einde de invrijheidstelling van de gijzelaars af te dwingen! De smalle canon ging tamelijk steil in de hoogte, en liep ongeveer een uur gaans verder uit op de wijde open rotsvlakte, die door de donkere gevaarten der Rocky-Mountains begrensd scheen.

Men hield hem voor een van de rijkste grondeigenaars van Binondo, en een van de voornaamste landheeren, door de terreinen die hij in Pampanga en in de Laguna de Bay bezat, vooral in 't dorp San Diego waarvan de canon of de pacht met ieder jaar steeg.

En ik moet altijd eerst naar hem, zonder links of rechts te zien... En toch, daar staan de keizerlijke Augustus, een typische Domitianus met een laagwreeden kop; de Dorufoor, de Canon van Polukleitos, copie natuurlijk, evenals zijne Amazone; en dan links een reeks athleten en rechts een troep van verschillende saters, die gieren van leven en vroolijkheid.

"Mijn broeders moeten snel naar het meer gaan, anders zijn de Utahs daar eer dan wij, en nemen Butler en zijn dochter gevangen." Daar de drie mannen van hetzelfde gevoelen waren, verloor de Groote Beer eenigszins zijn vertrouwen, en kantte zich niet verder aan tegen een onmiddellijk vertrek. Men steeg te paard en reed den canon op, zoogoed als het in de duisternis gaan wilde.

En zij zouden waarschijnlijk nog in lang niet uitgepraat geweest zijn, indien er niet een staking in den tocht was gekomen. Men had, namelijk, het einde van de rotsspleet bereikt, die uitliep op een grooteren en veel breederen canon. Wel was de zon reeds zoo ver aan het ondergaan, dat haar stralen er den bodem niet meer bereikten, maar er was toch nog licht, en daarbij een zuivere atmosfeer.

Hoe verder men kwam, des te kouder en zwaarder werd de lucht, en men bewoog zich in een akelig schemerduister. En lang was de canon, eeuwiglang! Op sommige plaatsen werd hij iets breeder, zoodat er vijf of zes ruiters naast elkander hadden kunnen rijden; maar dan kwamen de wanden weer zoo dicht bij elkander, dat men vreezen moest ieder oogenblik doodgedrukt te zullen worden.

"Zouden zij niet evengoed weten als wij, dat men zich in het woud het best verschuilen kan?" "Natuurlijk." "Heb ik u niet reeds gezeid, dat hier in de nabijheid Indianen moeten zijn?" "Ja, want bij hen heeft de Groote Wolf zijn hulptroepen gehaald." "Waar zullen die snaken nu zitten? In den naakten, kalen canon, of in het gemakkelijke woud?" "In het woud natuurlijk."

Wat zou men met de Utahs hebben moeten aanvangen? Hen dooden? Onmogelijk! Hen als gevangenen met zich meesleepen? Even onmogelijk! Nu had men hen in de verplichting gebracht, om vrede en vriendschap te betrachten, en men was hen meteen kwijt. Dat was beter, dan iets anders. De dag begon ter ruste te neigen, daar het hier in den canon eer donker werd dan daarbuiten.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek