Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Geestelijk leeft men dan minder in het heden en op de plaats zelve waar men zich bevindt, en van daar het schijnbare gemis aan geheugen en die schijnbare botheid van geest welke de grijsaards met afgetrokken en diepzinnige personen gemeen hebben. Bij de kinderen heeft het tegenovergestelde plaats, hunne denkvormen gelijken meer op die der dieren dan die der volwassenen.

Hij moest zich meester zijn, niets laten merken ... aan niemand!... Maar hóé ... hoe zou hij zijn?... Hij moest dat maar verstandelijk vooruit bepalen, dat was 't beste; het zou toch al comedie zijn..., een rol!... maar wat voor rol zou hem 't gemaklijkst afgaan?... Een misanthroop, een somber zwijger?... of iemand die zich dronken praat?... Een redeneerder die met grooten ernst zich druk maakt over niets?... een clown, een paardenspel-pias, die 't volk doet juichen als hij enkel grijnst, hun botheid cynisch exploiteert.... Ja, dat was wel het beste masker, maar hij zou 't niet kunnen.... Zijn mensch-verachting was niet groot genoeg.... O neen!... In godsnaam waardigheid!...

Ik stond een poos als versteend: en nu de list van mijn goede zuster mij de gelegenheid verschafte, naar welke ik een oogenblik te voren reikhalzend uitzag, was het mij, alsof ik nooit in staat zoude zijn, daar een goed gebruik van te maken. Ik was als met botheid en stomheid geslagen en ik voelde, dat ik beefde.

Hunne uitdrukking is in het algemeen ernstig, zelfs streng, en bezit veel karakter, dat òf voor eerlijke botheid òf trotsche vastberadenheid kan doorgaan. Het lange zwarte haar, de ernstige, scherpgeteekende trekken en de donkere gelaatskleur herinnerden mij aan oude portretten van Koning Jacobus I. Onderweg ontmoetten wij nergens die onderdanige beleefdheid, welke op Chiloë zoo algemeen is.

Wie de aanbevelingen der kandidaten ontleendt, staat verbaasd over de botheid van lezers en de onbeschaamdheid van dagbladschryvers.

Hy bracht wel iets voort: FRITS! FRITS, die sedert het begin myner vertelling 'n knappe jongen van twee-en-twintig jaar is geworden, stapt de kamer in. De lezers, die tot straf van hun botheid geen schoenen mochten poetsen, worden weer ten-gehoore toegelaten. Ook de anderen zyn weer by-de-hand. In 'n jaar of acht kan veel gebeuren, en zoolang duurde het meegedeeld gesprek.

In een lauwe onverschilligheid, met een in zich opnemen van den dag als was die heel gewoon met een blinde botheid der zenuwen, die voort bleven slapen, de kamers en de meubels langs ziende zonder ze te zien, ging zij den ochtend door. Zij was naar, beverig, als onder den invloed van een naderende ziekte, van een zware koû, die zij gevat zoû hebben. Herhaaldelijk moest zij weêr in huis gaan.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek