Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Wat jaagt daar langs den heuvelrand In 't nachtelijk duister voort? De hoefslag van het snuivend paard Wordt wijd en zijd gehoord! In dichte drommen komen zij, Snel als de wervel, aan; De blanke loop der lange buks Blinkt in het licht der maan! En sneller jaagt langs berg en dal De vlugge ruiterstoet, De stad des oproers in de flank, Den vijand tegemoet!
Een worstelaar tegen den verkeerde, is Hij, de Ontfermer over stof en assche en over den worm, die in het stof wegkrimpt. En diezelfde Majesteit, die in den bangen avond nog toornde in verbolgenheid, blinkt in goddelijk mededoogen bij het aanbreken van den morgenstond.
"Gelijk het vuur niet verborgen en onderdrukt worden kan, zoo blinkt en schittert ook de verdienste, welke de man zich door heldenmoed en dapperheid verworven heeft." Intusschen werd het gedrang om Don Quichot heen toch zoo erg, dat men hem het plakkaat heimelijk weer afnemen en naar huis terugkeeren moest.
"O! ik vind hem zeer naar mijn zin," antwoordde zij: "gij weet, ik hou veel van kapellen, en duizendschoonen, en gouden torren, en palmpaschen- en pinksterbloemen en al wat blinkt en sierlijk is." "Dat is geen bepaald antwoord op mijn vraag," zeide ik: "hij verdient volgens de getuigenis van vader, niet verward te worden met die pronkers, wier eenige verdiensten in hun mooien rok bestaat."
Klein heiligje, in een krans van glinstrend blonde krullen, Hoe lieflijk blinkt uw hoofdjen uit!" Koosje, die van tijd tot tijd al eens had opgekeken, hief hier haar schoon gezichtje geheel op en staarde mij aan. De allerlaatste regel scheen mij volmaakt ook op haar toepasselijk. "Lief duifjen in onze ark!
Deze vrucht zal blijken, wanneer de huwelijkstijd met Helena voorbij is; tijdens het huwelijk zal zij hem verschijnen als lichtende beeld. De lichtende gestalte Euforion, in het huwelijk van Faust en Helena verwekt, blinkt voor beider verwonderde oogen, maar gaat als een meteoor voorbij, waarna ook Helena's oogenblik van verscheiden is gekomen.
Laat binnen, mijne heeren! er zijn schelmen onder de kooplieden; maar eilieve, vergun mij een enkele vraag: is in uwe kringen, in die der wetenschap en in die der kunst voor de balie, bij het ziekbed, op den kansel, in den raad en aan het hof, is daar alles goud wat blinkt?
De maan blinkt door den zwarten bouwval henen En laat haar zilver glijden langs de duin, Door de Ourthe omkabbeld en gekroond met puin: Getrotste grootheid in bemoste steenen. Hoe smelt het bruine licht in ’t lichte bruin!.... Hoe ruischt de stroom! Het woud, in nacht verdwenen, Schijnt aan den nachtegaal het oor te leenen, En nijgt eerbiedig looverdos en kruin.
Geloove niemand ooit Dat adel buiten 't edel hart kan leven; Wien 's konings hoogheid tooit Blijft laag zelfs zoo niet Deugd zijn hart doordringt, Dat kaatse als water 't beven Van sterrenglans die uit den hemel blinkt. Zoo zingt Guinizelli, de eerste meester van den nieuwen stijl in zijn beroemde canzone over het wezen der liefde.
Alleen de wanden waren nog wat kaal, evenals in de eetkamer, die zeer eenvoudig gemeubeleerd was met een klein notenhouten buffetje en een bruin leêren canapé, met een ronde tafel en eenige stoelen. De gezelligheid moet toch nog komen! dacht Marie. Alles blinkt nog zoo geweldig. En het was waar, alles blonk, blonk geweldig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek