Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Dat was ook al niet gemakkelijk. Er was niets te eten. Eindelijk kwam een blikje verdroogde sardines voor den dag en een stuk worst. Wij aten sardines en worst, tot in de kamer naast de onze veel menschen kwamen en de reuk zoo ellendig werd, dat men niet eten kon. Om elf uur zouden we juist gaan, toen het valies van Emanuel Bibesco bleek te ontbreken.

Zoo bereisden wij dan den Kaukasus, altijd op dezelfde luie manier, reden door dalen en over passen, om in steden uit te rusten. We kwamen op de kaart te Bakoe aan de Kaspische Zee. Die hield ons tegen. Toen kwam Emanuel Bibesco weer bij mij. "Weet je, waar Resjt ligt?" vroeg hij. "Resjt in Perzië?" "Resjt in Perzië!" "Niet heel ver van de Kaspische Zee, ten zuiden."

De zon had alle nevelen verspreid. Wij zagen in het Zuiden de hooge bergen, die Emanuel Bibesco en ik den volgenden dag zouden beklimmen, om Teheran te bereiken. Ze waren bedekt met zware bosschen, en van Resjt uit leken de hoogten, die ons scheidden van het centrale plateau van Perzië, ontoegankelijk. Wij hielden stil voor den tuin van een rijken Pers, zijn zomerverblijf.

Emanuel Bibesco en ik besloten, vooruit te gaan en in een perzisch rijtuig naar Teheran te vertrekken. Onze medereizigers zouden misschien nog onderweg zich bij ons voegen, en in elk geval zouden we elkaâr in de hoofdstad treffen.

Emanuel Bibesco is aan zwarte melancholie ten prooi. Ten laatste kwamen we aan het hôtel. Men kwam binnen door een aardige binnenplaats, beplant met zware boomen en bezet met mooie bloemen, terwijl aan de vier zijden portieken waren, waar kamers op uitkwamen. Het was het Hôtel Anglais, gehouden door den heer Reitz. Wij richtten er ons in. Er waren bedden, bedienden en warm water.

Op deze plek was het echter niets woestijnachtig; het landschap was zelfs mooi, en de anderen, die ook een bad namen, herstelden zich met mij van de vermoeienis van den vorigen dag, zoodat Emanuel Bibesco besloot, met ons naar Koem te gaan. Tegen acht uur vertrokken wij naar Koem, dat zestig kilometer verwijderd is.

Emanuel Bibesco wil nog niets anders zien dan de europeesche voorstad van Teheran. Hij zegt, dat Teheran een groote bedriegerij is, installeert zich prettig in het hôtel, knoopt kennis aan met de jonge Engelschen van de Bank en de indo-europeesche telegraaf, spreekt den geheelen dag Engelsch en wil verder niets zien.

We kregen een somberen indruk van de leêge gangen, en in een salon op de eerste verdieping dronken we bij een schrale verlichting een glas thee, philosofeerend over wat ons mogelijk wachtte. Ziedaar onze aankomst in den Kaukasus. Den volgenden morgen scheen de zon. Met Emanuel Bibesco ging ik uit; overal soldaten met de bajonet op het geweer.

Een platboomd vaartuig kwam langszij met de wagens; maar de stoomboot had geen kraan, sterk genoeg, om ze op te hijschen. Een losse brug leidde van de kade naar de schuit, en van daar legde men balken en planken naar het dek van de stoomboot. Het was een helling van 40 ten honderd. Georges Bibesco bracht den motor in beweging; de raderen draaiden.

In een vieze herberg bood men ons het eenige, wat men had, een onsmakelijk kamertje met drie bedden, vlak op elkaar. Er was een niet te beschrijven reuk, en men kon er niet aan denken daar een oog dicht te doen. Toen sprak Emanuel Bibesco, die onze ontmoediging zag, over Ackermann, een stad van 80,000 inwoners, met prachtige hôtels, zindelijke bedden, baden en smakelijk eten.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek