United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


Om de illusie volkomen te maken, zal ik probeeren een min te krijgen en die ter beschikking van mijn geliefde stellen; en ik hoop, dat de kalender zoo goedgunstig zal zijn om mij nu en dan, wanneer ik het balcon van mijn Julia beklim, wat maneschijn te verleenen. Wat zeg je van mijn plan, philosoof?"

In de hoop, dat ze wel wat voor mij zullen braden, ga ik uit. De wind is hevig, blaast door mijn haren, en ik zie niemand buiten. Ik beklim het duin; men kan er niet staan. De zee schuimt tegen de palen, geplaatst langs de dikke steenen, die het zand moeten tegenhouden. In de verte vecht een antwerpsche stoomboot tegen den wind en schuin waait haar rookpluim achter haar aan. Brr, wat is het koud!

Dat is de hoofdzaak; maar het vooruitzicht, hier te logeeren, lacht mij niet toe. Eén voor één beklim ik nu de wankele treden, die meer of minder stevig aan den rotswand zijn bevestigd en uitkomen bij een groote poort, van schietgaten voorzien. Er worden grendels weggetrokken, kettingen vallen neer en de deur draait eindelijk op haar verroeste hengsels.

Enkele riemslagen bevrijden mij van die ondernemende lieden en weldra beklim ik de wankele trap, hangend langs de zijde van de Haghios-Nikolaos, op het punt van naar de landengte te vertrekken.

Op een aantal plaatsen is de grond haast bedekt met werkzame slijkvulkanen; uit spleten in de aardkorst komt ontvlambaar gas te voorschijn, en een enkele vonk is voldoende om een geweldigen brand te ontsteken. Beklim in een stillen donkeren nacht, het plat van den Maagdetoren, en zeer vermoedelijk zult gij het gansche schiereiland overstraald zien met een phosphorischen gloed.

THESEUS. Dat een van u den jachtopziener zoek', Want onze Meibegroeting is volbracht; En daar de dag zich nu heeft aangemeld, Verneem' mijn bruid der honden jachtmuziek. Ontkoppelt hen in 't westlijk dal; vooruit! En zoekt, zeg ik, den jachtopziener op. Mijn schoone bruid, beklim met mij den berg; Daar klinkt zoo schoon 't verwarde hondgeblaf, Dat met der dalen echo's samensmelt.

't Kwam zoo ter sprake. 't Was niets niemendal. Maar, een tienponder kan geen kogels van een dertigponder verwerken. De mensch moet leven naar de mate der kracht die hem geschonken is! Zelfs nu nog, als ik den Zonsberg met m'n zeventig jaren beklim, dan behoef ik niet te rusten, maar jij met je constitutie, je moet het driemaal doen.

Op tooverheuvel staat een heerlijk slot; Betreed met mij de lichte tooverpaden, Waarop ééns jonkvrouwen en ridders traden; Beklim den heuvel, want u wacht een hoog genot: Uw blik zal waren langs de schoone dreven, De wegen, waar nog zweeft gestorven heerlijkheid Van roem en glorie uit den schoonen tijd, Die in aloude verzen is beschreven.

Men wordt door ezels en menschen omringd, gedrongen, overschreeuwd, vervolgd, en ten slotte ziet men geen redding uit dien kring van twee- en viervoetige dieren, terwijl men evenmin weet wien men kiezen zal. Eindelijk geeft men zich over aan hem die het hardst schreeuwt: "Beklim mijn ezel maar!"

De zon steekt vinnig, als broeide er een onweder; ik beklim den bandijk, die hier dicht langs den genormaliseerden oever loopt en dicht bij het fort Altenheim wordt afgebroken door een breed kanaal, dat door eene sluis met den Rijn in gemeenschap staat. Te midden van het groen teekenen zich hier en daar de witte muren van eenige verspreide boerenwoningen.