Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


"Zij is er gelukkiger mee dan ik." Maar daar stond Gösta Berling, de vroolijke kavalier, met gejuich begroet om zijn helderen lach, zijn geestige woorden, die gouden glans wierpen over 't grijze, dagelijksche leven. Nooit te voren had ze hem zoo gezien als dien avond.

Een van deze dames, die door den dichter wordt begroet met vrouwe, kijkt op hem neer zoo trotsch Als ene hinne op enen pier!

De reddingsboot werd in de haven met hoera's begroet en men drukte Jansen, den schipper, bij het aan wal stappen hartelijk de hand. Gejuich ging ook op toen van de »Hellevoetsluis» op baren de geredden aan wal gedragen werden. Heel voorzichtig werden ze uit de kajuit naar boven en aan wal gebracht.

De jeugdige Vorst, die naauwelijks den ouderdom van 15 en een half jaar bereikt had, doch reeds den 8 Junij te vergeefs aan de Staten verzocht had, om in zijn rang als Kolonel tegen de Franschen te velde te mogen trekken, werd daarop dadelijk van het Hof gehaald, legde den eed af en werd nog dien zelfden dag in het Collegie van Gedeputeerde Staten en in het Hof Provinciaal ingeleid, en met gelukwenschen begroet, in de hoop, dat men van deze bevordering »alles goeds voor den dienst ende welstandt van den Lande onder Godes genadigen zeegen mogt verwachten."

Zoodra zij in het gezicht kwam werd het heilige kleed met 21 kanonschoten begroet en waar het voorbij de militairen trok, presenteerden dezen het geweer of maakten hun militair saluut. De kameel, die de heilige last droeg, was geheel met goudwerk en roode franjes behangen; het verhief zijn kop nog hooger dan die beesten gewoon zijn te doen, alsof het zich van zijne waardigheid bewust was.

Dit heeft evenzoo plaats op den laatsten werkdag in April van ieder jaar, des namiddags van zes tot zeven uren, wanneer het schoone klokkenspel van den stadhuistoren, welke ook van deze zijde door de Vischpoort te naderen is, zich doet hooren, terwijl eene vroolijke schare "met juublende onrust in het bloed, "den eersten Mei begroet."

"Het schijnt wel zoo," zeide Dodo, zich over den muur buigende. "Zouden zij misschien den muur zoover verbrijzeld hebben, dat zij zich een doortocht kunnen banen?" "Onmogelijk," meende de jonker. "Indien dat het geval ware, zouden wij het instorten gehoord hebben, en niet waar, de vijanden zouden dat met een uitbundig gejuich hebben begroet. Neen, Dodo, zij voeren wat anders in hun schild.

Drie uren later bereikten zij den pas van Lápice, die door den ridder met van moed en strijdlust flonkerende oogen werd begroet. "Sancho," sprak hij, "hier op deze plaats zal het ons niet aan avonturen ontbreken, en ik reken mij dus verplicht u een bevel te geven, waaraan gij u strikt houden moet.

De zware rukken, die het tuig kreeg, maakten het zeer moeielijk om ons vast te houden of niet in de vleet bekneld te raken. Met de armen en beenen moesten wij de hoofdtouwen omvatten; en angstig, in ademlooze spanning zag men van het dek naar ons op en werd daarna elke hak van het mes met gejuich begroet.

Nu, op de een of andere manier moet dat toch mogelijk te maken zijn. Dat spreekt van zelf! Ik hoop, dat wij het touw, waarmede Mubarek opgetrokken is, nog wel zullen vinden. Dan zouden wij ons daarmee kunnen laten afzakken; maar wij moeten eerst nog op veel bedacht zijn. Wij zullen natuurlijk, zoodra wij daar boven uit komen, met de noodige kogels begroet worden.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek