United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als Bassianus zich, twee regels verder, Cæsars zoon noemt, bedenke men, dat alle keizers den naam van Cæsar droegen; hij wil den weg naar het kapitool bezet houden, opdat de Romeinen zich niet aan het eerstgeboorterecht behoefden te onderwerpen, maar vrij konden kiezen; Bassianus meent door zijn verdiensten meer aanspraak te hebben op den troon. Gij groote schutsheer van dit kapitool. Jupiter.

Men bedenke slechts dat daar de koningen begraven werden, bekleed met hunne prachtigste kleederen, het lichaam versierd met vederen, halskettingen van goud en edelgesteenten en andere sieraden; in de linkerhand hielden zij hun schild, in de rechter hun staf. Misschien zelfs zou men er handschriften vinden, die tegenwoordig zoo uiterst zeldzaam zijn.

"Nou ge 't zegt, hed-de geliek, dat 'k ook gezien, ze bent altied soamen. Ha! ha! ha! 'k zal mien eigen nog ziek lachen, als ik bedenke, dat zoo'nen bult zich wat verbeeldt. Moar ie kunt nooit wèten, meiskes hebben al roare grillen; 't kan best zîn, dat de juffer angehoald wil wezen deur...." Meer hoort Dorus niet, want eensklaps treedt hij terug van 't venster.

Men bedenke dat Wouter nooit in den schouwburg geweest was... ... en zeide: Leentjen, ik ben 'n prins! Daarop kwam de moeder binnen, en verwyderde hem met 'n paar oorvegen uit Leentje's tegenwoordigheid. Het prinsdom van Wouter lag in de maan... neen, veel verder. Ziehier hoe hy gekomen was tot die nieuwe waardigheid.

Deze toepassing van den kinematograaf is het moet worden toegegeven tot nu toe nog weinig algemeen, doch de voorspelling is m. i. niet te gewaagd, dat zij dit in de eerstkomende jaren meer en meer zal worden. Men bedenke, binnen hoe korten tijd de phonograaf zich eene plaats in bijna ieder huis heeft veroverd!

Ik zal 'n kermisbedje voor je maken, daar ... in dien hoek! Want, zieje, als ik alleen ben ik, als vrouw, weetje met al die dieven en moordenaars, dan wordt ik zoo... griezelig. Wouter durfde niet neen zeggen, en evenmin doen wat hem zoo streelend gelast werd... Hy weifelde... Zy hield aan... Hy begon... Men bedenke dat het kind beneveld was! O Fancy!

Zijne voetstappen waren weldra niet meer waar te nemen, verdoofd als zij werden onder het ontluikende loof der boomen, dat het pad begon te belommeren, hetwelk langs den bergstroom voerde. Een deuntje, dat hij lustig floot, werd evenwel nog lang vernomen. Hulda beschouwde nog steeds den brief van Ole en scheen niet gehaast te zijn den omslag open te maken. Daar was wel reden toe. Men bedenke toch.

Wanneer vier-en-twintig ponders van hunne affuiten worden gelicht, bedenke men eens wat er van een schip moet worden dat geen ander steunpunt heeft dan een oproerige zee! En toch is het juist aan de beweeglijkheid van die zee, dat het vaartuig dikwijls zijn redding te danken heeft.

God en die zeven planken kunnen getuigen aan hoeveel ridders hy z'n woord zou gebroken hebben, wanneer-i niet was uitgetogen op den jammerkreet der belaagde onschuld. Dat-i gedurende z'n heldentocht geleden had aan ontmoediging, is waar, doch men bedenke dat juffrouw Laps hem slechts gebakken aardappelen voorzette, en geen enkelen moordenaar. Zoo'n onthaal werkt niet bezielend.

Men bedenke toch dat, wanneer zoo iets door eene constante oorzaak wordt voortgebragt, niet enkele, maar zeer vele menschen in dien geest werkzaam zijn, zoodat, bij gemis dier enkele voorgangers, de menigte het werk verrigt, voor zooveel die arbeid levert hetgeen die constante oorzaken tot gevolg kunnen hebben.