United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat de aanklacht tegen den onderwijzer betrof, deze verbaasde 't Barontje ten zeerste.

Joa moar, 't es nou nog bijkans zomer; wa zal 't in de winter zijn! meende 't Barontje tot versterking van 't geval te moeten aanbrengen.

En inderdaad: de knappe, jonge man, die in de auto zat, was niemand anders dan 't Barontje's eigen neef, zeer goed bekend op 't dorp en wonend enkele uren daar vandaan, op het kasteel van een andere gemeente, waar hij ook burgemeester was. 't Barontje wist zich bijna goed te houden.

Ik, zei hij, kortaf. 't Woord es aan Meneer Vermeulen, antwoordde dadelijk 't Barontje. Meneer Vermeulen! Wat klonk dat gek ineens, Plus-Que-Parfait's familienaam te hooren! Zoo ging het altijd: een echte verassing! Sommige leden keken om zich heen, alsof er iemand anders werd verwacht. Alleen Plus-Que-Parfait liet geen verbazing blijken.

Herhaaldelijk was er dan ook sprake van geweest, dat die ellendige weg eindelijk eens goed geplaveid of gegrint zou moeten worden; doch alleen 't Barontje had daar feitelijk belang bij; en tot nog toe, ondanks het sterk aandringen van zijn vrouw, was hij er nooit, in den gemeenteraad, officieel mee voor den dag durven komen.

Doch daar gebeurde nog 't vernederendst van al, inzonderheid voor het Barontje: eensklaps, terwijl de rijtuigen om den boek der Groote Dorpsstraat heendraaiden, weerklonk in de verte, dichtbij het plein, dat zwart van menschen stond, een luidsnorrend geraas; en dát, wat de drie heeren al sinds weken langs de wegen vruchteloos zochten: een van die afgrijselijke monstertuigen, die menschen en dieren schrik aanjaagden, een auto, kwam op hen afgestoven.

Meneer François, die twee paarden bezat, vertelde als 't Barontje zweeg. Hij was kort van gestalte en nog al zwaarlijvig, met vierkantbreede schouders en een ingedrongen hals, waarover 't blonde krulhaar in zijn nek opkroesde.

't Barontje wrong zich zenuwachtig op zijn stoel, beaamde de woorden van zijn vrouw, voegde daar nog overbodige, onbehendige beschouwingen aan toe, die dadelijk, met een koelen blik vol dubbel-arenddreiging werden afgescheept.

Dergelijke schurken hoefden niet gespaard te worden. Ook de kroegbaas, zijn vrouw en Fietje, die zich in het gesprek mengden, waren 't daar heelemaal mee eens. Alleen 't Barontje, als wettelijk hoofd der gemeente, voelde eenige aarzeling. We moèn toch zien da w' in 't kot nie'n geroaken, meende hij. Steekt de sloebers zelf in 't kot viel de herbergier plomp-lachend in.

Een spotlach sloeg 't Barontje in 't gezicht en voor alle antwoord steeg de forsche kerel weer in zijn duivelstuig, dat plotseling als dol begon te ploffen en te razen en letterlijk op het Barontje en de boeren die hem ter hulp stonden, afsprong. Met een angstgil vlogen zij uit elkaar, terwijl het monsterding, in rook en vlammen en walmen gehuld, verder den weg op stoof.