Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. De kerel is verbijsterd, maar ik ook; Van de eene dwaling komen wij in de and're; Een goede geest help' veilig ons van hier! COURTISANE. Getroffen, heer Antipholus, getroffen! Ik zie, gij hebt den goudsmid nu ontmoet; Is dat de keten, heden mij beloofd? ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wijk, Satan, wijk; beproef uw kunsten niet.
Van moeders zijde verwant aan de zee werd hij somtijds tot de Vana's gerekend; en daar de oude Noormannen, vooral de IJslanders, wien de omringende zee het belangrijkste element scheen, dachten dat alles uit haar was voortgekomen, kenden zij hem een alles omvattende kennis toe en hielden hem voor bijzonder wijs. Van d' Aesir de schoonste Zag hij vooruit Als d' and're Vanir. Saemunds Edda.
TITUS. Ik ben niet dol; ik ken u al te goed; Dit tuig' deze arme stomp, dit roode schrift, De voren hier, die leed en zorg mij groeven, Dit tuig' de moede dag, de lange nacht, En al mijn jammer, dat ik goed u ken Als Tamora, de trotsche keizerin. Is 't om mijn and're hand, dat gij hier komt? TAMORA. Neen, weet, bedroefde, Tamora ben 'k niet; Zij is uw vijandin, ik uw vriendin.
Eene and're wijl' zijn vingers wischten Het vocht af, dat in de oogen rees; 't Was woeste lust noch bloode vrees, Die van de keus des lieds beslisten; De Heere was 't, die 't spoor hem wees! Of viel Zijn vinger niet te aanschouwen In d'ommekeer van 't wilde paar?
Wat, wat! gij roodgetinte, laffe knapen, Gij witte wanden, bierhuisuithangteekens! Koolzwart is beter dan elke and're kleur, Omdat het weigert and're kleur te dragen; Want al het water van de zee kan nimmer Den zwarten voet des zwaans in wit verand'ren, Al wascht hij uur op uur dien in den stroom. Zeg aan de keizerin, 'k ben mans genoeg Om 't mijne te behoeden; dit gedoog' zij.
PANTHINO. Vergun, op morgen reeds zijn Don Alfonso En and're hoogst aanzienlijke edellieden Reisvaardig om den keizer te begroeten, En hem hun diensten need'rig aan te bieden. ANTONIO. Voortreff'lijk; Proteus reize met hen mee; En, als geroepen ; daadlijk hoor' hij 't nieuws. PROTEUS. Zoet leven! zoete reeg'len! zoete liefde!
En echter hebt gij 't lied beluisterd? Een and're vraag, 'k was dies gewis, Vol lachs of vol van ergernis?
Vergete!?! Een verwijt dat een triumf is. In hem zinkt iets nog dieper weg, maar er stijgt een ontroering van geestdrift, die hoog boven het and're gevoel gaat. Dat wat dieper in hem wegzinkt, ge begrijpt het, is zijn liefde. Hij voelt, dat zij nooit iets voor hem kan zijn. Vandaar, ìn zijn leed, zijn geestdrift voor de prachtige liefde en persoonlijkheid van Geertje!
Ginds zijn mijn arme zoons ter dood gegaan; Hier staat mijn and're zoon als banneling, En hier mijn broeder, weenend om mijn wee; Maar wat het felst mijn ziele grieft, mijn dierb're Lavinia is 't, mij dierb'rer dan mijn ziel; Hadde ik uw beelt'nis zoo verminkt gezien, Het had mij dol gemaakt; wat word ik thans, Nu ik uw levend wezen zoo aanschouw?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek