United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een angstig voorgevoel pakt den grijsaard, doch het is voor hem een verlichting, dat de kleine Sien komt aanloopen. De kleine is geducht uit de kluiten gegroeid, sinds wij haar het laatst hebben ontmoet, en de mouwen van haar jurkje zijn veel te kort geworden. »Dag Opa," roept de kleine met vroolijke stem. Die kinderstem verkwikt hem. »Waar is Grootmoeder?" vraagt hij.

De wachters kwamen snel met emmers aanloopen, om het kostbare vocht te redden; zij kwamen zelfs op vertrouwelijken voet met den dief en gaven hem voedsel; in ruil hiervoor offerde hij hun een van zijn zakken wijn.

"Dat is voor mijnheer Chabre", zeide hij. "Ik zal het hem gaan brengen". Mijnheer Chabre kwam juist wanhopig aanloopen. "Zij hebben zelfs geen mossel in het wachthuis", riep hij. "Ik had wel gelijk, toen ik niet hierheen wilde komen!" Maar zoodra de jonge man hem van verre de krabben had getoond, kwam hij tot bedaren.

Hij komt uit een hoek van de kamer aanloopen, vat mijn hand met de klauwen en den snavel, wentelt zich, de hand vasthoudend, als een katje over den grond en loopt terug om zich tot een nieuwen aanval te laten uitnoodigen. Zijn spel wordt soms een weinig woest; door de geringste terechtwijzing kan men hem echter dadelijk tot bedaren brengen."

Nauwelijks was ik in het water, dat trots de warmte van 20° C. zeer verkwikkend en opwekkend werkte, of daar kwamen van de stad haastig groepjes mannen en kinderen aanloopen. Het waren Joden, die uit de verte waarschijnlijk reeds de aankomst van den Europeaan hadden gezien en nu den vreemden gast van nabij wilden bekijken.

Juist was de laatste fakkel van den stoet Gorgias voorbij gedragen, en had hij bij zichzelven overlegd dat de draagstoelen die tot het koninklijk huis behoorden, niet zoo slecht verlicht moesten worden, of een man met een lantaarn in de hand kwam snel van de andere zijde aanloopen.

Met mijn pet zwaaiend, begon ik hard te loopen en daarbij heftig met de armen te zwaaien, het gezicht naar de zee gekeerd, alsof ik daar iets heel bijzonders zag. Die buitensporigheid wekte de nieuwsgierigheid. Langs alle voetpaadjes kwamen de kinderen aanloopen; ze trokken elkander mee en kogelden in het zand. Ik liep naar het strand tot aan den rand der golven. Zij volgden mij.

Op den dag van mijn vertrek kwamen de officieren van het garnizoen in de club samen, om mij goede reis te wenschen. Wij zaten allen aan tafel, toen de bevelvoerende kolonel buiten adem kwam aanloopen, met een papier zwaaiend. Het was een telegram, dat hij juist van het hoofdkwartier had ontvangen en dat hij ons liet lezen, zoodra een glas whisky hem op zijn verhaal had gebracht.

"Och och!" riep haar echtvriend, die de gelegenheid schoon zag om haar schaakmat te zetten. "En de pastoor dan, en al de pastoors, en de aartsbisschop, en de Paus, en de Heilige Maagd, komen die niet van Spanje? Awa! Zouden dat soms ook ketters zijn? Awa!" Gelukkig voor zuster Poetê stoorde de komst van een dienstmeisje, dat in groote opwinding en bleek kwam aanloopen, de woordenwisseling.