United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo is het b.v. gesteld met de attributen en legenden der HH. Katharina, Lucia en Clara: met voldoende zekerheid mag men beweren, dat deze attributen en legenden te danken zijn aan het feit, dat de drie heiligen etymologisch met het begrip "licht, reinheid, helderheid" in nauw verband staan. Zie hierover mijne Essays en Studiën, bl. 68, 251.

Het bereikt een lengte van 1.5 M., waarvan 68 cM. op den staart komen, en staat zeer laag op de pooten, daar deze slechts 15 cM. lang zijn.

Op blz. 7 hebben wij wel is waar gezegd dat organische naturen zich geschikt maken voor de omstandigheden door elken hemelbol opgeleverd en aldus van allerlei aard kunnen zijn, doch, wanneer die omstandigheden snel veranderen, zal, wegens de op blz. 68 gemelde werking der traagheid, er zulk eene ongeschiktheid bij zulke naturen kunnen ontstaan, dat zij er onder te niet moeten gaan.

J. G. Fichte, Beweis der Unrechtmässigkeit des Büchernachdrucks. Ein Räsonnement und eine Parabel, Sämmtliche Werke 8 pp. 223 sqq. C. F. von Gerber, Ueber die Natur der Rechte des Schriftstellers und Verlegers, Jahrbücher für die Dogmatik III pp. 359 sqq. Karl Binding 2de afd. Hegel, Grundlinien der Philosophie des Rechts §§ 43, 68, 69. Prof. Dr.

Catius Silius Italicus, rom. dichter en redenaar, 25-100 na C., was in 68 consul en later stadhouder van Asia, en wijdde zich daarna op zijn landgoed aan de letterkunde. Hij schreef een epos, Punica, in 17 boeken, dat in 1415 te St. Gallen ontdekt is en over den tweeden punischen oorlog handelt; het verraadt wel studie, doch weinig genie.

Nog als knaap was hij door toedoen van Marius reeds tot flamen Dialis gekozen, welke verkiezing Sulla echter in 82 ongeldig verklaarde; achtereenvolgens werd hij nu in 73 pontifex, in 68 quaestor, in 65 aedilis curulis, in 63 pontifex maximus, in 62 praetor urbanus. Men verdacht er Caesar, evenals Crassus van, deel te hebben gehad aan de Catilinarische samenzwering.

In den 7den vond ik haar, doch niet door Lamsveld, maar door S. Savrij gegraveerd. Daar deze in een' der hoeken het getal 43 heeft, vermoed ik, dat Leeghwater in 1643 door Keyser is geteekend, toen hij 68 jaren oud was. Na Leeghwater verschenen er verscheidene andere geschriften over het Haarlemmer Meer, welke ik kortelijk zal vermelden.

Maar de eenzaamheid die hij zoo had nagejaagd toen ze hem vlood, drukte hem al ondragelijker, nu hij ze had gewonnen. Hij schreef aan een vriend, dit leven niet langer te kunnen uithouden: hij werd vervolgd door droeve herinneringen, hij hunkerde naar wat afleiding, naar weer eens muziek te hooren. Onverwacht vertrok hij, in Juni '68.

Reeds op het jaar 62, wordt van zulk eenen inval der Deenen in Friesland gesproken, en jaarlijks schijnen zij, tot in 68, hunne pogingen te hebben herhaald, meer om te plonderen, dan om zich hier te vestigen. Op het jaar 90 vindt men van eenen inval der Noormannen gewaagd. Omtrent 183 van eenen dergelijken der Gothen en Wenden.

Daarvoor ontvangt hij dan 50 percent van den oogst, van 275 balen. Ieder van deze balen weegt 100 spaansche ponden, of 46 kilogram, en brengt 250 fr. op; dat is dus een totaal van 68 750 fr. Men kan zeggen, dat, onvoorziene omstandigheden in aanmerking genomen, een kapitaal van 250 000 fr. aan zulk een onderneming ten koste gelegd, 27 1/2 percent afwerpt.