Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


De gevolgen der overstroomingen in 1701 en 1702, en daarna weder in 1717, hielden de lage streken jaren lang in kwijnenden toestand, bij hooge schattingen en lage prijzen van het vee. De veepest, welke eerst in 1713 woedde en in 1744 en 45 weder met zulk een geweld uitbrak, dat er alleen van November tot Julij 123,000 runderen stierven, bragt groote schade aan en had gewigtige gevolgen.

De stadsrekeningen over 1398 en volgende jaren spreken reeds van «het barnen van een wynvat naer ouder coustumeNa de plechtigheid zetten zich «de edele heeren borgemeester ende schepenen» vroeger aan de feesttafel. Den 23 Februari 1744 aten en dronken zij voor meer dan 119 gulden.

Waesb. 1735 idem Fritsch 1735 Cum observat Joh. Jägero-Tubinque 1710 Cum praef. Chr. Wolfii Marburgi Cattorum Mülerum 1734 Cum not. dict. Herm. Kemmerichii, Jena 1738. Henrici de Cocceji, Wratislaviae 1744, 46, 47. Cum notis H. de Cocceji, Gronovii, Barbeyrac et Samuel de Cocceji Lausannae 1751 Cum not.

Michiel Otto van Hottentots-Holland vroeg in 1744 om koren te mogen malen met zijn eigen molen voor zijn eigen gebruik, daar hij zover van de molen van de Kompanjie af woonde . Dit werd toegestaan, maar alleen op konditie, dat hij aan de molenaar van Stellenbosch evenveel zou betalen, alsof zijn koren d

A. Winkler Prins, over Radbout I, geplaatst in de Vrije Fries, V 97, en van Loon, Aloude Regeeringwijs van Holland, Leiden 1744, I 110 en verv. II 5 en verv.

Naauwelijks waren de hierop gevolgde herstellingen en verbeteringen van onze zeeweringen voltooid, en pas had eene heerschende ziekte en ongemeene sterfte in 1728 opgehouden, toen eene nieuwe volksramp, de paalworm, in 1730 en volgende jaren het land met een groot gevaar bedreigde en aanzienlijke sommen eischte tot beveiliging onzer havens en kusten; terwijl weinige jaren later, in 1744 en vervolgens, de veepest nog grootere verliezen veroorzaakte .

De lage prijzen der landhuren, ten gevolge der veepest, gaven aanleiding tot het Staatsbesluit van 1744, dat de ingezetenen al hunne pastoriegoederen aan den lande konden overdragen, om genoemde som in haar geheel te kunnen ontvangen.

Dit wekte, meer misschien dan afschuw van de misdaad, de verontwaardiging van de Oost-Indische Compagnie. Valckenier werd gevangen genomen en veroordeeld; maar het dossier van de zaak en het vonnis, dat de doodstraf verlangde, gingen verloren in 1744 bij de schipbreuk van de Streyer. Valckenier stierf eenige jaren daarna vóór het einde van het proces.

De Bevolking van Friesland is geheel onbekend vóór den jare 1715, en werd in 1744 en op nieuw in 1748 opgemaakt. De opgave van 1744 was 135,133 personen, verdeeld in 36,947 huisgezinnen, onder welke men 4,600 insolvente en 3,535 gealimenteerde telde. Latere zekere opgaven tot 1795 gaan niet boven de 140,000 zielen.

De onderstand van het Friesche Collegie verminderde toch van lieverlede zoodanig, dat het lang werkeloos bleef, en in 1689 slechts 3 schepen: van Kapt. Hidde de Vries, Europa, Kapt. Jentema, de Windhond en Kapt. Later en nog in 1744 had het maar twee schepen meer. Zie Sylvius, 1689, 203; de Jonge, III b 390; IV a 44, 48, 72, 174, 274.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek