Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
In het voorjaar van 1653 moest de Indische Regeering overgaan tot de benoeming van een Gouverneur van onze vestiging op het eiland Formosa , ter vervanging van den in 1649 opgetreden Nicolaas Verburg , die zijn ontslag had gevraagd en op wiens aanblijven blijkbaar ook geen prijs werd gesteld . Er was reden om voor het Bestuur van dit "costelijck pant", van dit Gouvernement "van overgroote importantie", een Compagnie's dienaar uit te kiezen van "bijzondere wijsheijt, discretie ende cloeckheijt" .
En toch bleef het Stedelijk Bestuur nalatig in het voldoen aan gezegde verpligting, waartoe het nog in 1653 moest aangespoord worden . Het Collegie was alzoo dáár nog niet volkomen gevestigd, toen de eerste Engelsche oorlog uitbrak, en het zich op eens verpligt zag tot zulk een belangrijken aanbouw en uitrusting van oorlogsschepen.
Er komen verscheidene personen van dien geslachtsnaam voor. Het Register op de Staats-resol. 767 vermeldt in 1649 een Andries Stellingwerf, door de Admiraliteit aangesteld tot Equipagemeester der kustschepen. In het zelfde jaar 1653, dat wij in de Holl.
Ook baas Balkenende had zulk een mooi optrekje in eigendom en wel aan den Scheveningschen weg , die toen nog over de duinen liep en later, volgens het plan door Constantijn Huijgens reeds in 1653 aan de hand gedaan, tot eene begaan- en berijdbare straat werd ingericht. Eerst in Mei 1664 werd daarmede een begin gemaakt en in December van het volgende jaar was de weg voltooid.
Den 16en Juni 1653 richtte de nieuwe Gouverneur Generaal Maetsuijker een "vrolijck scheijdmael" aan ter eere van den op vertrekken staanden Gouverneur Caesar, die den 18en Juni, vergezeld van zijne familie, van de reede van Batavia onder zeil ging . Voor zijn transport was aangewezen het jacht "de Sperwer" . Aanvankelijk was dit vaartuig bestemd om deel uit te maken van "de eerste besendinge" naar Taijoan; het was echter aangehouden om daarop eenig krijgsvolk te laten overgaan dat uit het vaderland werd verwacht.
De zoogenaamde heerschers der zee hadden zich in hunne havens in veiligheid gebracht. In het begin van 1653, den 28 Februari, 1 en 2 Maart, had een zeeslag plaats, die zijne weergade in de geschiedenis nog niet kende. De Ruyter had den last ontvangen een vloot koopvaarders, die zich bij St. Martin verzameld hadden, af te halen en naar het vaderland te geleiden.
T' is wonderlijck 't geene UE. van die arme menschen haer van de Sparwer in den jaere 1653 in de Cooreese Eijlanden gesalveert, en daer tot noch toe als gevangen gehouden, en daer onder van een oudt man all van den jaere 1627 off daeromtrent daer geweest sijnde, en waervan acht in Japan sijn aengekomen, verhaelen.
Verdrietig werpt hij het boek van zich af en neemt de in 1653 uitgekomen Arithmetica van B. Stockman en A. W. Wassenaar ter hand, maar zoo het schijnt met geen beter gevolg. Op dit oogenblik komt de Raadpensionaris binnen. "Uwe Hoogheid schijnt in een kwade luim," begint hij. "Eilacy, is zij boos op die onschuldige boeken?"
In den jaare 1653 is, uit vreeze voor de Engelschen, die zich voor onze kusten vertoonden, op Ameland, Ter Schelling, Flieland, enz., een goede wacht van krygsvolk gezet, om een waakend oog in 't zeil te houden.
Omstreeks Mei 1653 koos de vloot weder zee, en raakte in Juni slaags met den vijand, die over 16000 koppen en 3800 kanonnen beschikte. De Hollandsche vloot was veel minder sterk, maar waagde toch den strijd. Tegen den avond hadden wij wel eenig voordeel behaald, maar dat ging verloren door de verwarring, die op onze vloot heerschte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek