United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want wanneer deze bekend werd, zou dat den oeconomischen ondergang van de badplaats ten gevolge hebben. De autoriteiten der stad en de oppositiepers werken broederlijk samen, om Stockman onmogelijk te maken, en een volksvergadering verklaart hem met algemeene stemmen met uitzondering van die van een dronken man tot een vijand van het volk.

Hij strijdt niet altijd voor waarheden als koeien, die iedereen erkent, maar nooit als dokter Stockman voor zulke, die alleen de voorpostvechters kunnen inzien. Neen, liefst voor zulke, die ongeveer de helft van het publiek voor zich hebben; dan is er pro en contra; dan is er strijd, en dan is de dichter in zijn element. Hij kent ook de tooneelknepen goed.

De meesten geven eerst in luide woorden hun verontwaardiging te kennen, en slaan dan om. Wanneer wij Garborg weer ontmoeten, is hij een gansch ander man geworden. Stockman. Dit toont, dat Ibsen's satyre niet persoonlijk is. Omstreeks 1890 kan men zeggen, dat er in de algemeene denkbeelden, die in de letterkunde tot uiting komen, een verandering heeft plaats gehad.

Den zedelijken moed hadden beiden, de gedachten zijn van Ibsen, de klinkende stem in de vergaderzaal is die van Bjørnson. Ibsen heeft, zooals G. Gran het uitdrukt, aan Stockman Bjørnson's stem gegeven. Ook de overige personen zijn scherper getypeerd dan in eenig vroeger stuk.

Dokter Stockman heeft bemerkt, dat het water der badplaats, waaraan hij werkzaam is, vergiftigd is. Hij juicht, dat hij de oorzaak der ziektegevallen, die voorgekomen zijn, heeft gevonden, maar alle partijen, conservatief en radicaal, anders elkanders gezworen vijanden, vereenigen zich tegen den man, die de waarheid wil zeggen.

Peter, de kleinzielige bureaucraat, Hovsted, de intrigeerende redacteur, Billing, de verslagenschrijver, die Hovsted's woorden als een echo napraat, en wiens originaliteit hierin bestaat, dat hij er een 'gud døde mig' aan toevoegt, Aslaksen, de drukker en huisjesmelker, de kleine burgerman, in wiens hoofd alleen plaats is voor de vraag, waar de kleine luiden van zullen leven, maar ook Stockman's moedige dochter Petra, die het nobele karakter van haar vader heeft en Hovsted's leugenachtigheid doorziet, Katrine, de bezorgde huismoeder, die bang is voor den dreigenden nood, als Stockman zal worden afgezet, maar op het kritieke oogenblik weet, welke keuze zij moet doen, en den vijand 'een oud wijf zal laten zien, dat voor een keer een man kan zijn'. Al deze figuren dragen het stempel der echtheid.

Het is een levend mensch, zóó waar geteekend, als men dien in een modern tooneelstuk verlangen kan. Maar indien al het karakter trekken van Ibsen heeft, niet zoo zijn wijze van optreden in het openbaar. Die Stockman, die in de volksvergadering tegenover de menigte staat, is niet de schuwe dichter, die zich van de aanraking met het plebs terughoudt, maar zijn rivaal Bjørnson.

Maar Stockman verliest zijn goede humeur niet; immers, hij heeft een nieuwe ontdekking gedaan, en wel deze, dat de sterkste man ter wereld hij is, die het meest alleen staat. De drager der ideale gedachte is hier de dichter zelf. Gelijk Stockman zal hij den strijd voortzetten. Maar de figuur is geen zelfportret, en evenmin eene abstractie.

De ontembare moed en het zelfbewustzijn, waarmee de dichter hier den strijd aanvaardt, brengen ons nog heden in verrukking als voor veertig jaar. Van Brand's idealisme heeft hij niets opgegeven. Maar Stockman is menschelijker dan Brand. Niet voor een abstracte gedachte treedt hij op, maar voor de eenvoudige plichtsvervulling, die men van een man verwachten mag.

Verdrietig werpt hij het boek van zich af en neemt de in 1653 uitgekomen Arithmetica van B. Stockman en A. W. Wassenaar ter hand, maar zoo het schijnt met geen beter gevolg. Op dit oogenblik komt de Raadpensionaris binnen. "Uwe Hoogheid schijnt in een kwade luim," begint hij. "Eilacy, is zij boos op die onschuldige boeken?"