United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Raesfelt vond het geval duister en geheimzinnig, en besloot zijn aanmerkingen op het gebeurde met den raad, toch vooral behoedzaam en niet overijld te werk te gaan, opdat het den Baron niet mocht berouwen, dat hij Joan zijn gunst onttrokken had, gelijk het David berouwde, dat hij Mephiboseth onschuldig had veroordeeld.

"Dat zegt hij!" zeide Raesfelt: "en daarom volgt hij den edelen Gomarum niet na, die van Spaansche afkomst is. Doch hoe velt hij zijn eigen oordeel hiermede, dit begrijp ik niet." "O! ik begrijp mij zelven heel wel, Dominee! ik zal u dat alles uitleggen! die rekel! een nagel aan mijn doodkist! doch ik zal hem leeren! ik zal hem leeren!"

Hebt gij mij verder niets te zeggen? Niet! Dan wensch ik u een vroolijken dag samen." Dit zeggende, vertrok hij. "Ik kan niet van mijn verbazing terugkomen," hernam Raesfelt: "wat kan den Jonker Van Sonheuvel op de Gevangenpoort brengen?" "Noem mij met dien naam niet meer," zeide Joan: "dien heb ik reeds lang verloren." "Verloren? En door welk toeval? Doch, ik bid u, neem plaats."

Eindelijk haalde hij het briefje van Ulrica, dat hij bij Boukes komst verborgen had, weder voor den dag, las en herlas het, scheurde bij mangel aan schrijfgereedschappen een blaadje uit zijn zakboek en wilde met potlood een antwoord aan Ulrica gaan schrijven, toen de deur zich opnieuw opende en iemand binnenliet, die hem in deze oogenblikken boven allen welkom wezen moest, namelijk den Predikant Raesfelt.

Vergeefs zocht Raesfelt hem uit dien benauwden toestand te verlossen: de arme Baron zat zoo vast, dat hij zich roeren noch buigen kon, zoodat alle aangewende moeite slechts diende om hem nog erger in de klem te brengen. Op dit oogenblik werd het vertrek door drie nieuwe getuigen van zijn ongeluk bezocht.

"Ik heb hem niets gezeid," zeide Bleiswyk, half dansende van vreugd: "Ja, Heer Fiskaal! kijk zoo zuinig als UEd. wil; ik heb hem dezen nacht mede naar huis genomen en hem verstopt. Nu heb ik hem verteld, dat hij vrij was, doch verder niets! ja, ik kan ook zwijgen!" Dit zeggende, huppelde hij om en drukte den Fiskaal, de gasten, ja den Predikant Raesfelt in de armen.

"Zij waren te Sonheuvel getrouwd geworden door den vromen Predikant Raesfelt: en jaarlijks gingen zij in 't vervolg aldaar eenige maanden doorbrengen bij den waardigen Baron, die alsdan geen drinkpartijen meer noodig had om den tijd aangenaam door te brengen." "En Bouke?...."

"Laat dat aan mij over, en haast u," fluisterde Truitje: "nu, hoe is 't? vertrekt gij of niet? moet ik hier staan wachten tot vader ons hoort.... dan, ja dan!...." "Maar op wie anders zoude zijn vermoeden rusten als op u?" "Gek! op u zelve! Zoodra gij weg zijt, ga ik naar uw gevangenis terug en breek het slot." Joan stond op heete kolen. "Maar mogen wij uw vader aldus bedriegen?" vroeg Raesfelt.

Vergun mij, heer Baron! dat ik zelf hem ga spreken; en ik twijfel niet, of hij zal zijn hart voor mij blootleggen, gelijk Koning David deed voor Nathan den Profeet!" De Baron keurde dezen raad volkomen goed, en Raesfelt begaf zich naar de kamer van zijn gewezen leerling.

En hiermede liep dit merkwaardig gesprek tusschen Bouke Boukes en Geertrui Claassens ten einde. Gommer en Armyn te hoof Twisten om het recht geloof. Vondel. Terwijl de gemoederen der ingezetenen van het slot door de plaats gehad hebbende omstandigheden alzoo verontrust werden, ging de Predikant Raesfelt mede onder zijn eigene, waarschijnlijk nog zwaardere bekommernissen gebukt.