United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het heeft u den schoen van een drenkeling gebracht." "Breek het niet verder," zeide Geoffrey. "Zij hechtte er waarde aan. Brengt het liever tusschen u beiden weg het kan misschien noodig zijn. Ik ga naar de pastorie." Hij liep terug. Granger en Elisabeth waren nog niet thuisgekomen, maar zij werden elk oogenblik verwacht. Hij ging naar de huiskamer. Die was vol herinneringen aan Beatrice.

"Ja, geef maar hier." Dik haalde den sleutel uit het slot, en wond er een dun touwtje om, dat hij stevig vastknoopte. "Hier heb-je hem, Flipsen. Eer je het touwtje er af hebt, ben ik thuis." "Je behoeft me anders niet te wantrouwen, Dik, want eene belofte breek ik nooit. Maar zoo is het ook goed." Dik gaf den sleutel en ging naar huis.

Je zult het beslag koud doen worden, zeide vrouw Barberin, en dan zal het niet rijzen. Maar het rees wel en op verscheidene punten zag men blaasjes opkomen, die barstten aan de oppervlakte. Uit het rijzende deeg steeg er eene heerlijke lucht op van eieren en melk. Breek nog een takkenbos aan, zeide zij; wij moeten een helder vuur hebben zonder rook. Eindelijk werd de kaars aangestoken.

"Even alsof de Graaf niet voor een anderen zoude gezorgd hebben. Breek mijn hoofd niet met zulken zotteklap en ga naar stijl en gebruik aan gindschen Ridder vragen, wat hij hier verrichten komt." De Heraut zweeg, reed naar Adeelen en volbracht zijn boodschap.

"Dat heb ik haar ook gevraagd: doch oele! ze was zoo dicht als een kruitvaatje en zoo geheim als een jonge meid, die voor 't eerst onder vier oogen met haar vrijer gezeten heeft: zij zei mij, ze kon er niets van oververtellen en ik mocht er aan geen sterveling van spreken, dat zij zoolang met den page geredeneerd had; maar jawel! ik breek er mijn hoofd mee: ik ruilde toch mijn olde kruitdoos tegen een nieuwe, om te weten wat hij aan die babbelkous al zoo op de mouw heeft gespeld."

"Zeer wel," hernam Arkel: "maar het schikt mij nu niet, het u terstond te leveren; gij kunt uw volk gaan halen; maar dan breek ik de bruggen af en gij komt er toch niet spoediger binnen. Stem dus liever goedschiks in mijn voorslag." "Wie zijt gij toch?" vroeg IJselstein, hem met verbazing aanstarende. "Wie ik ben doet niets ter zake. Neemt gij mijn voorslag aan, ja of neen?"

Nou werd ze weer wa-beter... 't Was toch wel gezellig zoo... dat ware nou allemaal dokters... die kwamme leere van den profester die alles wist... nou maar die bleeke zag d'r ook niet voordeelig uit... Wat had die zwarte bij 't raam 'n neus... 't leek wel niks... mot zoo'n groote man nog leere... nou breek me klomp... most ze nog lang blijve... Ze kreeg zoo'n slaap... Kemiek as je zoo lui lag... moeder had net de wasch vandaag... en morgen dat groote kantoor op de Heeregracht... wat brandde die kachel... daar kreeg je 't benauwd van... Was 't nou weer om te stoke?... Slape zou ze toch maar niet... as je slape ging sneje ze je ope om je van binnen te kijke... zoo as met Toos d'r been...

Het jongsken hield zwijgend den blik op het boek gevestigd; zijne leden spanden zich, zijne oogen werden starend en hij verzamelde zichtbaar de kracht zijns geestes. "Neen, laat af, kind," zeide de vrouw, "breek u de hersens niet nutteloos: het woord is te moeilijk." "Te moeilijk?" morde de kleine.

"Uit mijn huis, uit mijn huis, ik breek u den hals!" bulderde Kobus Noppe, terwijl hij, om los te raken, tegen de krijgslieden worstelde. "Ha, valschaard, gij moest met Lisa trouwen! Uit mijne oogen; en komt gij nog over onzen dorpel...."

Thans wil ik werken in uwe plaats, doch verder niets, mijn vriend. Ik geef daar niet om, antwoordde ik; ik zal als voorheen uwe kamenier, uwe strijkster, uwe keukenmeid, uwe waschvrouw, uw onderdanige slaaf wezen; maar schei toch geen twee herten en zielen, die maar één wezen uitmaken; breek den zoeten liefdeband niet, die ons zoo innig verbindt. Het moet, antwoordde zij.