United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Welnu ja, den Fiskaal!" zeide Mom, zich met een hoogmoediger blik naar hem omwendende: "heeft uw heldhaftigheid iets met Z.-Ed.-Gest. uitstaande?" "De Heer Fiskaal," zeide een der gasten, "is, naar ik hoor, gisteren den geheelen dag in touw geweest." "Men spreekt van hoogst zonderlinge gebeurtenissen," zeide een ander.

Ik zal nader de eer hebben," vervolgde hij met een veelbeteekenenden blik, "mijn gelukwenschingen aan den Heer Baron te komen doen." Dit zeggende nam hij zijn afscheid. "Wat heeft dit alles toch te beduiden?" zeide een der aanwezigen: "de Fiskaal is zoo raadselachtig." "Hij heeft dezen nacht slecht geslapen," zeide Bleiswyk: "doch mondje dicht: ik moet zijn bevel niet vergeten."

"Met verlof!" riep een barsche stem achter hem: "dat zal nu niet gebeuren. Dienaars, treedt voor." "Houdt! wat!" zeide Bleiswyk, zich omkeerende, tegen den Fiskaal, die degene was, welke gesproken had: "UEd. legt het er vandaag op toe, om mij in mijn vermaken te storen." "Zwijg Jonker!" hernam de Fiskaal: "uw aardigheden zijn thans hoogst ongepast.

De Fiskaal zweeg, boog zich en vertrok. ô Die bedrieger! ô wat ben ik nu verblijd! Hadt gy het niet ontdekt, ik was mijn dochter quijt. Langendyk, de Zwetser.

"In allen deele," antwoordde Magdalena, haar zoon verachtelijk aanziende. "O God!" riep de Gravin: "mijn zoon, mijn Ulrich leeft nog! doch waar is hij? wie brengt hem tot mij?" "Hij is ontsnapt," zeide de Fiskaal, "doch ik vlei mij, dat wij hem vinden zullen." "Dat hoop ik ook," dacht Bleiswyk: "doch waar hij zit, weet slechts één mensch...; en die alleen kan de ontknooping van dit spel maken."

"Mijnheer de Vlaere," zeide de andere Raadsheer, die een bedaard, ernstig man scheen te zijn, tot zijn ambtgenoot: "wij hebben nog veel te verrichten, en uit dezen gevangene is niets meer te halen. Ware het niet verkieslijker, het verhoor te staken en den Heer Fiskaal niet langer op te houden?"

"Lichtzinnig, maar goedhartig," zeide Joan, hem naoogende. "Heer Fiskaal! ik volg u waar het wezen moet: breng mij waar gij wilt. Sedert lang is mijn verblijf mij onverschillig." "Wij zullen niet ver gaan," zeide de Fiskaal: "Mijnheer! hier is uw weg." Dit zeggende, toonde de Fiskaal aan Joan den ingang van den kerker boven de Gevangenpoort, waar zij zich voor bevonden.

"Die zal nader onderzocht worden," antwoordde de Fiskaal: "geef uw degen over en volg mij. Ik zie u niet voor onwillig aan, anders liet ik u knevelen, dat gij niet gaan kondet." "Dat zou zeker de beste manier zijn om iemand te doen voortmarcheeren," merkte Bleiswyk aan, die nooit zijn blijgeestigheid verloor. "Mijn goede vriend," vervolgde hij tegen Joan: "of liever mijn mislukte vijand!

Deze »Gemeenteraad" bestond uit een President en vier leden en zij zorgden voor het onderhoud van straten, bruggen, wegen enz. Voor de buitendistrikten had men de Landdrost en Heemraden, die voor deze zaken zorg droegen. De Landdrost kreeg minstens de helft van alle door hem opgelegde boeten, zodat hier hetzelfde gevaar voor omkoopbaarheid bestond als bij de Fiskaal.

Stemt de meerderheid voor de straffe des doods, dan wordt daartoe door den fiskaal het vonnis geslagen en dit stuk door alle leden geteekend. Thans worden alle deuren geopend, de beschuldigde opnieuw binnengeleid; eene akelige stilte heerscht door het geheele schip, de krijgsraadsleden dekken het hoofd en zitten neder.