United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik zal niet dulden, dat men mij straffeloos mijn naam ontrooft en nog bovendien voor een struikroover wil doen doorgaan. In de stad ken ik eenige menschen; ik zal hen gaan opzoeken en met hen terugkeeren, opdat ze geconfronteerd kunnen worden met den bedrieger, die voor mijn persoon wil doorgaan." Hij ging met zijn bediende weg en Moralès bleef triomfantelijk achter.

Maar nauw was hij daarmede begonnen, of hij zag den reiziger scherp in de oogen, en riep: »Nadert mannen, omsingelt den wagen: deze man is een bedrieger!" te gelijk de paarden bij de teugels grijpende.

Hij is zoo groot en zoo schreeuwerig en de eenvoudige menschen zijn zoo liefderijk en zoo gemakkelijk te overbluffen, dat zij vaak dezen man houden voor den persoon, waarvoor hij zich uitgeeft en hem zijn zin geven. Feitelijk is hij niets anders dan een uitermate groot bedrieger in elk opzicht en hij verdient geen genade te ontvangen.

Ja, dat kun-je begrijpen! Hij betaalde hem nog een reisgeld uit en bezwoer hem bij al wat heilig is, dat hij niet zou vertellen wat er gebeurd was. En mijns inziens deed hij daaraan verstandig, liever dan dat hij een onderwerp werd van praatjes in kroegen en op straat en misschien nog groot gevaar zou loopen zwaar beboet te worden. Want de bedrieger liep in het geheel geen gevaar.

Maar meneer Rustig heeft zich vermeten mij een bedrieger en een leugenaar te noemen." "Hebt gij die uitdrukkingen gebruikt, meneer Rustig?" "Ja, meneer, dat heeft hij," hernam de onderbetaalmeester; "en hij heeft er nog bijgevoegd, dat ik de manschappen en mijn patroon, den betaalmeester, niet moest bedriegen. Wordt mij op die manier niet een leelijke klad aangewreven, kapitein?

Het bedrog tegen de vrouw gepleegd is niet de beweegreden, die den ander noopt eenige vermogensvermeerdering toe te kennen aan den bedrieger. De vrouw wordt in een bordeel opgesloten, zij wordt van hare persoonlijke vrijheid beroofd. Zij wordt in een hulpeloozen toestand verplaatst. Kunnen we den dader op grond van de bepaling, die menschenroof strafbaar stelt, vervolgen?

"Den dief heeft men geen vertrouwen geschonken en met eenige voorzichtigheid kan men zich voor hem hoeden, maar tegenover den bedrieger is een fatsoenlijk mensch weerloos, en hoe fatsoenlijker hij is, des te weerloozer is hij. De wereld berust op vertrouwen, daarom steelt degene, die iemand zijn vertrouwen afneemt, duizend maal meer dan wanneer hij goud of edelgesteente zou stelen!"

"In burgerkleeding zoo'n paar bedriegers, zonder een cent op zak, die zich als heele heeren voordoen, en met de noorderzon vertrekken zonder hun rekening te betalen." "Noemt gij mij een bedrieger, meneer?" vroeg Jack. "Ja, meneer, gij...." "Dan liegt gij!" riep onze held in drift uit. "Ik ben een fatsoenlijk man, meneer, en het spijt me, dat ik niet hetzelfde van u kan getuigen."

Solon was daar eveneens en riep uit: "Pisistratus, gij hebt dit zelf gedaan, om uw landgenooten te bedriegen." Toch schonk het volk den bedrieger geloof en nam onmiddellijk een voorstel aan, dat gedaan werd door iemand, dien hij vooruit daarvoor had aangenomen dat hun miskende vriend een lijfwacht zou hebben van vijftig man, met stokken gewapend. Geleidelijk nam dit aantal toe.

De Fiskaal zweeg, boog zich en vertrok. ô Die bedrieger! ô wat ben ik nu verblijd! Hadt gy het niet ontdekt, ik was mijn dochter quijt. Langendyk, de Zwetser.