United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Terwijl Jack weer eens, zooals hij dikwijls placht, vooruit op den bak een praatje maakte met Mesty, liepen de bootsman en de onderbetaalmeester het dek op en neer en verzuimden geen gelegenheid om onzen held, telkens als ze in zijn buurt kwamen, steken onder water te geven.

Ofschoon meneer Smallsole hem ongemoeid liet, bleef die toch zijn vijand, en Vigors hield zich koest, al zon hij op wraak; maar in het bedoelde geval kreeg hij 't met den bootsman en den onderbetaalmeester te kwaad.

"Kwam 't met het geld uit, meneer Biggs?" vroeg de onderbetaalmeester. "Ik heb 't niet nageteld," luidde het onverschillige antwoord. "Neen fatsoenlijke lui zijn daarboven verheven", hernam Easthupp; "maar er loopt anders wel volk rond met lange vingers. 't Is ongelooflijk zoo'n menigte verloren geraakte horloges en voorwerpen van waarde ik vroeger in Londen gezien heb."

Dit was al een heel bedenkelijk bewijs van Jack's gelijkheid en Easthupp, zich in zijn eer gekrenkt achtende, diende zijn beklag in bij den kapitein, die nu onzen Rustig bij zich liet komen. Niet zoodra was Jack verschenen of kapitein Wilson riep ook Easthupp. "Wel, onderbetaalmeester, wat heb je nu eigenlijk in te brengen?"

Bij de geheele bemanning van het schip stond Jack in hooge gunst, behalve bij zijn vier vijanden den stuurman, Vigors, den bootsman en den onderbetaalmeester. Vigors had de wijste partij gekozen en zijn eindje touw in zijn kist geborgen tot Jack weer eens een tocht mocht ondernemen.

Maar meneer Rustig heeft zich vermeten mij een bedrieger en een leugenaar te noemen." "Hebt gij die uitdrukkingen gebruikt, meneer Rustig?" "Ja, meneer, dat heeft hij," hernam de onderbetaalmeester; "en hij heeft er nog bijgevoegd, dat ik de manschappen en mijn patroon, den betaalmeester, niet moest bedriegen. Wordt mij op die manier niet een leelijke klad aangewreven, kapitein?

Zie maar eens hier," zei de konstabel, terwijl hij een stuk krijt uit zijn zak haalde en een driehoek op de tafel teekende, "in deze figuur hebben we drie punten, op gelijken afstand van elkaar en ook hebben we drie strijders; plaatsen we er op ieder punt één, dan is de zaak in orde: hier bijvoorbeeld meneer Rustig, de bootsman daar en de onderbetaalmeester op den derden hoek."

"Hier is een fatsoenlijk man, dien gij beleedigd hebt, meneer Rustig," zei de bootsman op den onderbetaalmeester wijzende. "Ja, meneer Rustig, even fatsoenlijk als gij, al is 't me tegengeloopen; ik behoor tot een van de oudste geslachten van het land," voegde Easthupp er bij, die zich nu door den bootsman gesteund zag.

Rustig nam zijn plaats in, de bootsman werd op de zijne gezet en Easthupp, die beteuterd stond te kijken, door den konstabel naar de derde plaats geleid. "Maar meneer Tallboys," zei de onderbetaalmeester, "ik begrijp er niets van. Meneer Rustig moet toch eerst met meneer Biggs vechten, is 't niet?" "Wel neen," antwoordde de konstabel, "'t is een duel met z'n drieën.

Jack echter vond het geval lang zoo prettig niet, want hij vreesde dat de onderbetaalmeester ernstig gewond zou zijn en gaf zijn bezorgdheid daarover te kennen. "In elk geval hebt gij hem niet getroffen," hernam Gascoigne; "het eenige wat op uw rekening komt is het geschonden gezicht van den bootsman, je zult hem nu wel voor goed den mond gestopt hebben."