United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"'k Zal er voor zorgen," zegt de raadsheer, en hij gaat naar de groene poort en toen hij daar het voertuig van den molenaar vond, maakte hij het los, klom op den wagen, en wilde juist afrijden, toen hem een troep Fransozen in den weg kwam; vooraan de overste zelf, op wiens bevel al dat voorspan was geordonneerd, en die nu zag, dat de meerderheid zich uit de voeten gemaakt had.

"Zul-je wel vriendelijk voor ons bedanken, beste jongen?" "Dat is niet noodig," zeide Dik. "Hier heb ik nog twee kwartjes; daarvoor kun-je eieren koopen. Goeden avond." Dik nam de mand, en was de deur weer uit, vóór de oude menschen er erg in hadden; zij vouwden de handen en dankten God. Dik keerde naar het dorp terug, en liep eerst bij den molenaar aan, om hem alles te vertellen.

De molenaar beloofde zulks, en mijnheer de raadsheer vertrok, en Hendrik en Fieken zagen nog, hoe hij uit het rijtuig den ouden man toeknikte en de vinger op den mond legde. "Fieken," zeide Hendrik, "mij is 't niet gegeven, om geheimen te hebben; ik moet ronduit spreken, ik ga naar uwen vader en zeg hem hoe 't alles is." "Doe dat," zeide Fieken.

Doch na eene poos zegt mijn vader: "Mijnheer de baljuw, de kerel wordt ons de baas, 't zou een zegen van den hemel wezen, als wij op 't oogenblik iemand hadden met eene goede maag en een sterk hoofd." En terwijl hij dit zegt, wordt er aan de deur geklopt. "Binnen!" "Goeden dag samen!" zegt de oude molenaar Voss uit Gielow en komt de kamer in. "Goeden dag, mijnheer de baljuw!"

De molenaar wordt verzopen in de tocht door zijn vrouw en een van z'n knechts, omdat die knecht 't houdt met de vrouw. Dat moet ook echt-Hollandsch worden. Ik ben er nog steeds in mijn hoofd mee bezig.

Trom keek de juffrouw verlegen en verbaasd aan, en toen zij aanstalten maakte, om haar weg te vervolgen, zeide hij: "Ja juffrouw, 't is een bijzonder kind, ziet u, dat is-ie." Om half vier, 's middags, toen de school uitging, liep Dik, die zijn vrijen tijd genoeglijk bij den molenaar had doorgebracht, de schoolkinderen tegemoet, met het vaste plan, Bruin Boon een goed pak slaag te geven.

Mijn oom Herse was bijzonder ver in juiste antwoorden; doch, men moest hem tijd laten; hij moest altijd eerst een grooten omweg maken, eer hij tot de zaak zelve kwam; deze vraag was hem al te veel op den man af, en de oude heer zag er hem te strak uit; hij mompelde dus zoo wat tusschen de tanden van notarius publicus en gerechtelijken bijstand voor den molenaar.

De oude molenaar Voss vroeg dat in stilte zich zelven ook af, en toen hij begreep, dat het over 't proces was, zeide hij tot Witt: "Zoo! met het princes heb ik het nu in orde; nu blijft de jood mij nog maar over; en dien zal 'k van avond in de punch soppen." "Daar brengt ge mij op een denkbeeld, Voss," zegt de bakker. Hij ging de deur uit en kwam na eene poos terug.

De molenaar Knobbel stond op een stoel, en, een glas ten boorde toe met jenever gevuld in de hand houdende, galmde hij met een vervaarlijke stem: "En zouden we dan niet drinken mijne heeren, op de gezondheid van mijn vriend, die niet alleen in plaats van versleten hoefijzers, nieuwe legt, maar ook aan ons dorp voor een versleten schoolpruik" algemeen gelach!

Fieken van den molenaar had den arm van haren Vader gevat en wilde hem niet loslaten, en toen zij met geweld van hem afgerukt werd, bleef zij volkomen bedaard en zeide: "Vader, waarheen ze u ook brengen mogen, ik blijf toch bij u."