United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eindelijk kwamen zij, waar zij wezen moesten. De dokter verliet het rijtuig en Dik ging bij het paard staan, dat hij tevreden op den glanzenden nek klopte. Nog maar een paar minuten was hij van den bok af, toen hij in de verte Bruin Boon met zijn ezelwagen zag aankomen.

De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies, het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen ze eerst des anderen daags.

In de algemeene verwarring gaf Dik zijn buurman een pak slaag, zooals deze nog maar zelden van een kameraad gehad had. "Leelijke bruine boon," beet hij hem toe, "dat klikken zal ik je later nog wel eens beter betaald zetten!" Intusschen was de juffrouw wat van den schrik bekomen, en herstelde zij de orde.

Door op den kikvorsch te letten, gaf Bruin echter geen acht op zijne lei, en plotseling viel deze kletterend tegen den grond. Haastig stak Dik zijn kikvorsch weer in den zak, en toen de juffrouw bij hen kwam, zat hij dapper te werken. "Bruin Boon, valt jouw lei daar met zoo 'n gedruisch op den grond?" "Ja, juffrouw, Dik Trom gooide haar van de bank af." "Dat is niet waar!" riep Dik.

Instructie voor den veltoversten Johannes Lamotius. Resolutie Zeelandia, 8 Jan. 1643. Missiven Taijoan naar Batavia. 15 Oct. 1643. Naer dat den Capiteijn Boon met drie joncquen, 't Quel de Brack ende de groote lootsboot ... den 21en Meert verleden van hier over Tamsuij ende Quelangh naer Taroboan tot 't opsoecken van de lange geruchte goutmijnne uijtgeset hadden....

Op zekeren dag begaf Dik zich na schooltijd naar de markt, om zijne speelmakkers te zoeken, toen hij Anneke huilend op den weg zag staan. Een eindje verder stond Bruin Boon aan den kant van het kanaal te hengelen. "Wat scheelt er aan, Anneke?" vroeg Dik. "Bruin heeft mijn appel afgenomen, en nu staat hij hem op te eten," snikte Anneke. Dik liep zonder spreken op zijn vijand aan.

Ik kan dezelve niet beschryven, dan als een zoort van erwt, of liever een kleine platte boon, van eene purper kleur, en zig in een bast of schel vormende, die aan een losse kruipende plant groeit.

Dik draaide zich om en ging heen, en Bruin liep huilend naar huis, waar hij dadelijk zijn nood begon te klagen. Het duurde niet heel lang, of Dik, die met de andere jongens haasje-over deed, zag Bruin's moeder aankomen. "Dik, daar komt vrouw Boon! Maak, dat je wegkomt!" "Stilletjes laten komen, jongens, ik ben er ook," zei Dik bedaard. Daar kwam vrouw Boon aan, zoo groot en zoo plomp als ze was.

De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het één, om de boon van het verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers, in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen.

"Jongens, daar is Dik! Heb je niet gehad, toen je thuis kwam?" "Wel neen, wat denk je wel? Moeder moest er braaf om lachen, toen ze het hoorde, en Vader schudde zijn hoofd maar even. Ha, daar komt bruine boon aan. Kom eens hier, boontje, klikspaan, kom jij eens om je loontje, als je durft?" Maar Bruin durfde niet.