United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan de staatsmanskunst van Jan de Witt was het te danken, dat Lodewijk XIV in zijn heerschzuchtige plannen gedwarsboomd werd. Kracht macht sterkte vermogen. Het bezit van de voorwaarden, om een werking te verrichten. ~Vermogen~ duidt eenvoudig aan, dat men in staat is de werking te verrichten, zonder daarom nog tot de uitvoering over te gaan. De mensch bezit het ~vermogen~ om te denken.

"Uwe Edelheid herinnert zich nog wel dien Pieter Pietersz, timmerman op het schip van den Luitenant-admiraal De Ruyter." De Witt dacht een oogenblik na. "O, zeer zeker! Ik herinner mij dien. Hij schijnt bijzonder in uwe gunst te deelen." "Niet minder in de mijne, dan in die van den Admiraal.

"Ja, vader Witt, dat moogt ge wel zeggen," zeide de oude molenaar Voss, en hij knikte den inspektor Bräsig toe, die zich ook onder den molen had geplaatst. "Hm!" bracht oom Herse daartegen in.

"Voor den burgemeester is 't goed," sprak de oude Witt, en hij kamde zijne natte haren met den koperen kam naar achteren; "dat hij op die manier vrij is gekomen, maar voor ons is 't erg, want nu zijn wij, als de bijen, zonder koningin. Hij zou ons bij slot van rekening toch nog wel vrij gekregen hebben."

De heer Van Dam stond even op, greep een kistje met sigaren, en nadat hij André er eene had aangeboden, zei hij, ernstig en joviaal tegelijk: »Zie zoo! Vertel me nu eens dood op je gemak, wat er eigenlijk aan de hand is, De Witt!" De jonkman toonde zich nog vrij zenuwachtig en schutterig in zijne bewegingen, toen hij de sigaar opstak, maar vermande zich.

Er zou harmonie zijn geweest tusschen dat vele zelfdoen en de overlevering, die ons vertelt, dat Jan de Witt maar één' dienaar had.

De tuin van domine De Witt was een vierkant stuk grond, door muren en andere tuinen afgesloten, vrij aangenaam gemaakt door allerlei hooge vruchtboomen en bloeiende heesters. Het viel dadelijk in 't oog, dat men veel zorg aan den tuin wijdde. Gele bladeren of afgewaaide takjes werden niet geduld. Een bloembed met dahlia's van allerlei kleurschakeering werd door de vroolijke najaarszon verlicht.

De oudste en knapste loodsen lachten hem over die bewering in het gezicht uit. Maar De Witt stoorde zich daaraan niet. Hij zelf ging aan het roer staan van "de Delfland", terwijl de Heer Van Haaren "Het huis te Swieten" voor zijne rekening nam. En zoo bracht de schrandere man, tot verbazing van allen, de vloot nog dienzelfden dag in zee.

André nam een stoel op eenigen afstand, en begon, nog eenigszins gedwongen: »Ik kom u ophouden en storen in uw werk, professor! Neem het me niet kwalijk! Ik wilde u zoo gaarne even raadplegen!" »Geen complimenten, De Witt! Je weet, dat ik je niet alleen het recht gegeven heb raad bij me te komen halen, maar dat ik zeer blij ben, als ik je eens zie!"

"Ik weet," hernam De Witt met nadruk, "dat Uwe Hoogheid verstandiger is dan de leden Harer partij, die gaarne ons arm land tot een tooneel van volkstumult en burgeroorlog zouden willen maken. Geloof mij, Prins! zij zijn Uwe ware vrienden niet." "Ik zal Uwe Edelheid niet langer ophouden," zeide de Prins. "Haar tijd is te kostbaar. Mag ik U een plaats in mijn karos aanbieden?"