United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan de schimmen van Beethoven en Bach. O mijn Broeders, en mijn Heiligen! Mijn aldernaasten bij God mijn bemiddelaars! Als een eenzame wijlt mijn ziel onder eenzamen, wie onder de leevenden kent mijn hart? En God's aangezicht zal ik, leevende, niet zien, Zijn glans blijft mij onthouden, hoe ik bid. Want mijn onvergolden schuld is nog te geweldig en te machtig zijn om mij de handen mijner zonde.

Hij vreesde de sterke waarschuwingen, welke hij in den naam van God en langs God's eigen woord ontving, en zoo kwam het, dat hij het gloeiend geheim van zijne blijde gedachten voor zich zelf bewaarde, verborgen en eenzaam op het lage zolderkamertje, tusschen het vlakke portret, de blauwe tabakspot, de peinzende ekster en het triptrappende eekhoorntje.

Op hetzelfde oogenblik, bedacht hij, dat het bloed van zijn broeder aan zijn hand kleefde, en hij peinsde in zichzelf: "Beter is het te sterven dan te leven. Misschien is dit wel God's wil, dat hij mij dooden zal. Doch mij is bevolen, Noordwaarts te trekken." Hij ging verder en zonder aarzelen liep hij den vreemden ridder tegemoet. Hij verwachtte, dat het zwaard hem door 't hart zou gaan.

Beatrijs boog haar hoofd. "Heer! ik weet hiervan niets; want ik was krank, toen mijne kinderen werden geboren. Maar ik geef de zaak in God's handen en in die van dezen jongeling, en ik bid u hem te behandelen als uwen zoon." De koningin, Beatrijs, werd naar eene schoone kamer gevoerd, en Oriant, de koning, begaf zich tot Matabrune, en vertelde haar van Helias, den jongeling.

Hoezeer ook klaar om te straffen, met God's hulp verwart zij toch niet schuld en onschuld. In één woord: om gestraft te worden, moet men schuldig zijn. 't Is niet voor u, dat ik naar Xelva gekomen ben, maar voor zekeren koopman, Samuel Simon. Er is ons een zeer slecht rapport omtrent zijn gedrag toegekomen. Hij is, zegt men, nog altijd jood en heeft het Christendom alleen aanvaard uit berekening.

"Is het toch niet diep treurig" snikte hij ineens uit "dat 'n mensch zoo van de eene misdaad in de andere valt, en in 't spinhuis lag te sterve, zonder vader of moeder?... Op me bloote knieë heb ik gelege voor God's troon, en met opgeheve arme gebede: Heere vergeef 't hem ...!" Maar toen zag hij mijn verbaasde gezicht en verbouwereerd brak hij af: "Jij bent óók link .... Jij denkt: daar laat ie 'n steek valle, die verstokte atheïst ... Zie je, 'k vergeet telkens dat wij vrinde zijn, en da 'k voor jou niet me mooiste hoef voor te doen ... Lees nou maar verder, want er staat nog meer in: over me n

»Een wezenging de jonge man hartstochtelijk voort, »een wezen, even schoon en schuldeloos als een van God's engelen, zweefde tusschen leven en dood. O! wie durfde hopen, dat zij terug zou keeren tot de smart en moeite van deze wereld, wanneer die andere verre wereld, waartoe zij behoorde, zich reeds half opende voor haar blik!

Maar de steenen troffen niet en de kerels riepen: »Het wordt al morgen, de wind schudt de pijnappels van de boomenKaterliesje had nog altijd de deur op haar schouder, en omdat die zoo zwaar drukte, dacht zij dat het van de hussen kwam en zij zei: »Ik wou de hussen weggooien.« »Neen, Katerliesje, dat moet je niet doen, zij zouden ons verraden.« »Ach, Friedertje ik moet wel, zij zijn zoo zwaar.« »Nu, doe het dan maar in God's naamDe hussen rolden tusschen de takken door en de dieven riepen: »de vogels mestenEen poosje daarna toen de deur nog altijd drukte zei Katerliesje: »och, Friedertje, ik moet de azijn uitgieten.« »Neen, Katerliesje, dat moet je niet doen, het zou ons kunnen verraden.« »Ach Friedertje het moet wel, hij drukt mij zoo zwaar.« »Doe het dan maar in God's naamZe goot de azijn uit, dat de kerels er mee bespat werden, en zij zeiden: »de dauw sijpelt al van de boomen

Eensklaps bewoog zich iets van binnen en weerklonk een kreet van schrik, die dadelijk gevolgd werd door deze woorden, in goed Engelsch uitgesproken: »Schiet niet, in God's naam! Schiet niet!" Daar sprong een man buiten den val. We waren zoo verbaasd, dat wij den balk loslieten en hij met een dof geluid voor de opening neerviel, die hij wederom sloot.

Het symbolische denken geeft een voortdurende transfusie van het gevoel van God's majesteit en eeuwigheid in al het waarneembare en denkbare. Het houdt voortdurend het mystische levensgevoel brandend. Het doordringt de voorstelling van elk ding met verhoogde aesthetische en ethische waarde.