United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aldus ging hij naar Lilefoort, naar 't hof van koning Oriant, waar men de koningin, de schoone en reine Beatrijs, ter dood zou brengen, daar niemand voor haar wilde kampen. Juist op het goede oogenblik kwam Helias aan, en hij stond bij de poort, om binnen gelaten te worden. De wachter vroeg hem: "Wat zoekt gij?" "Den valschen ridder Macharis," was het antwoord.

terwijl de moderne Beatrijs in haar diepste hart er wel degelijk zeer verzekerd van is, dat ook Maria wel het edele in hare zonde zal erkennen en haar nimmer voor goed verwerpen en uit hare genade en goddelijke liefde verbannen zal, weshalve zij dan ook, op het punt van het klooster heimelijk te verlaten en na haar nonnengewaad te hebben uitgetrokken, rustig kan zijn en zeggen: En als een kind dat troost, zoo teer, Glimlachte zij beslist: Ik moet ik kom weêr.

Bedelend trekt zij met hare kinderen terug naar haar land en haar klooster en wordt uit barmhartigheid opgenomen door eene weduwe, die bij het klooster woont. Op hare vraag naar de kosteres BEATRIJS verneemt zij, dat deze nog altijd in het klooster haren dienst getrouwelijk verricht.

Toen voerde hij de reine Beatrijs naar Lilefoort, en al zijnen ridders zeide hij, dat hij met haar zou trouwen. En men vertelde het Matabrune, dat Oriant Beatrijs tot koninginne zou kronen. Nauwelijks had Matabrune het gehoord, of ze trad haren zoon Oriant tegemoet.

Toen gaf de valsche ridder Macharis zichzelf gewonnen. "Jongeling! ik heb den slag verloren zeg mij uwen naam. "Ik ben Helias de zoon van den edelen koning Oriant en de in haar leven zoo getrouwe koningin Beatrijs en ik wil zien, hoe gij zult sterven, vóór ik deze plaats verlate. Wacht uwen dood, verrader."

Weet, als gij geen leugen uitspreekt, dat ge niet zult sterven, doch als gij de onwaarheid verkiest, zal een schandelijke dood u wachten, tenzij iemand uw recht verdedigt. Spreek de waarheid, Beatrijs." De koninginne, de schoone Beatrijs, verhief zich, en zag hem in de oogen.

De verzen waaruit dat alles blijkt, cursiveer ik in het laatste cursief vindt ge die maagdelijke schroom vol teederheid . De jongeling gaat been, koopt de schoone kleederen en geschenken, voorziet zich ook van vijf honderd pond zilver, rijdt op den afgesproken tijd 's nachts weer naar het klooster en wacht daar Beatrijs in den boomgaard.

In mijn derde cursief in het Beatrijs-citaat, wel te verstaan vindt ge de verklaring van de symbolische voorstelling. Het is alles niet dan zuiver schoon en zuiver natuurlijk: Beatrijs is een arm ongelukkig menschenkind, dat de wroegende herinnering aan hare zonde een ander openbaren moet. Ik heette U erop te letten, hoe in mijn citaat iets voortreffelijk-compositorisch voor den dag zou treden.

Dan blijkt het geld verteerd, zij vervallen tot armoede, de armoede verjaagt de liefde bij den man. Heimelijk verlaat hij haar en hunne kinderen. BEATRIJS kent geen ambacht; hoe zal zij voor hare kinderen zorgen? Zich zelve geeft zij prijs. Zeven andere jaren worstelt zij zóó door, in schande en kommer. Dan doet het berouw zijne stem luider en luider hooren. Zij walgt van hare kostwinning.

Ze hadden allen bij hun geboorte een zilveren keten om den hals, zoo edel was de moeder. Nauwelijks had Matabrune dit alles vernomen, of ze voerde de kinderen weg, en in de plaats daarvan legde ze zeven jonge honden naast Beatrijs, de zieke koningin. Dit nu riep de vrouw, die Matabrune bij zich had laten komen. Ze riep met luide stem tot Beatrijs: "Wee koningin Beatrijs! Wee over u!