United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


"UEd. schijnt derhalve te gelooven, dat zij u in uwe afwezigheid niet benadeeld heeft," zeide Mejuffrouw Blaek: "en dat gij meer verplichting aan haar hebt, dan men uit uwe woorden van zooeven zoude opgemaakt hebben." "Wel, daarvan ben ik overtuigd," zeide ik: "verre van mij, zal zij niets dan goeds van mij zeggen; maar wee mij, wanneer ik weer voor haar oogen verschijn."

Pinuccio, die niet zeer slim was en zijn dwaling niet bemerkte, beproefde zich niet te herstellen, maar zeide: Zeg, hoe zal ik het u vergoeden? Wat kunt gij mij doen? De vrouw van den waard sprak tot Adriano: Wee mij! Hoor de gasten, waarover hebben die samen woorden? Adriano sprak lachend: Laat gaan, dat God hun een slecht jaar geve; zij dronken gisteravond te veel.

Calandrino merkte, dat hij gezien was en vol spijt zeide hij: Wee mij, slechte vrouw, zijt gij daar? Gij hebt mij ongeluk gebracht, maar bij God: ik zal het je betalen.

"Hadden ze mij toch maar liever den linkerarm afgehouwen! Een mond zonder tanden is als een molen zonder maalsteen, en een tand is meer waard dan een diamant. Maar zoo gaat het den ridders, die zich voor het heil der menschheid opofferen! Wee mij armen, ongelukkigen, dolenden held!"

Zij die over het tooneel een onbepaald wée uitspreken, oordeelen oppervlakkig of bevooroordeeld. Wél is het tegenwoordig dikwijls in strijd met Godsdienst en goede zeden, doch het moet en kan een oefenschool voor deugd en zedelijkheid worden. Waaraan de schuld?

Hij werd een beetje wee van de banaliteit van zijn eigen woorden; 't gesprek begon hem tegen te staan. "Geluk zoeken?" bromde Sam nog. "Ik weet niet waar je 't over hebt!.... Ik ben zoo gelukkig als ik zijn kan.... Dat hangt toch maar weer alleen af van de eischen die je stelt.... De mijne zijn zoo overdreven niet...."

Ik beschouw u als een lotgenoot, want ook gij hebt al het wèl en wee, dat het leven bieden kan, bij ervaring leeren kennen!" »Met dit onderscheid echter," hernam Amasis glimlachend, »dat wij op zeer verschillende wijze begonnen zijn. U viel eerst het goede, daarna het kwade ten deel.

Het klein genot stroomt toe van alle zijden, Het Groot Geluk geen leven tweemaal wijdt, Wee, die dan, om wat vreugd en klein verblijden, Den Droom van zijn verkwiste jeugd beschreit. Want Ziel, als vrouw haar kind, brengt droomen groot En is dan verder voor bevruchting dood; Zij kan niet langer, dan zij zelf heeft, baren.

"Ik ken iemand," zeide hij, "die na een leven van dicht en droom, een leven van daad wil gaan beginnen. Het is mooi met schoone dingen bezig te zijn in zijn gedachten; maar het is beter goede dingen te doen. Schoon Limburg ligt te zieltogen; maar het volk onzer gouwen, het wel en het wee der menschen, dat is méér.

En nu is hij dood, en zal de politie geroepen worden, en zal men mij verdenken er de hand in gehad te hebben. O ja, daar ben ik zeker van. Maar gij denkt toch zoo niet, heeren? Neen, gewis? gij denkt niet dat ik het geweest ben? Zou ik u dan wel hierheen gebracht hebben? O wee! o wee! ik weet zeker dat ik krankzinnig wordt!"