Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Mystiek in den meest volstrekten zin is het streven, om boven het denken uit, zich met het allerhoogste (het goddelijke) te vereenzelvigen. Dit streven vinden wij o.m. ook bij de Neoplatonici, inzonderheid bij Plotinus. Hij toch verkondigt een monisme (eenheidsleer) in den meest strengen zin des woords, d.w.z. hij wil alles tot één hoogste eenheid herleiden. Die eenheid is voor hem God, van wien echter, strikt genomen, niets te praediceeren valt; ook de uitdrukking "één" is in dezen niet anders dan het gebrekkig stamelen van de hier te kort schietende menschentaal. God gaat ook boven het denken uit, want denken, hoe eenvoudig ook, veronderstelt althans eene tweeheid, nl, iets dat denkt en iets dat gedacht wordt; God echter is, als men iets van hem mag praediceeren, het meest volstrekte Eén. Zooals van zelf spreekt, is het ons doel, om ons tot God te verheffen. Dit moeten wij bereiken door ons van de hartstochten los te maken, door ons te oefenen in het "zuivere" denken, door eindelijk, van alles te abstraheeren. Dan eerst kan het ons, in zeldzame oogenblikken, Plotinus zou het in zes jaren vier keer hebben gehad te beurt vallen, om boven het denken uit, tot eenwording te geraken met het
Keeren wij tot de magie terug, dan blijkt ten duidelijkste, hoe zeer zij van de mystiek verschilt. Voor den mysticus immers is de éénwording met het goddelijke iets lijdelijks; de magiër daarentegen geeft zich voor een god uit, om aan zijne woorden kracht tot handeling bij te zetten.
Ja, de jongen was vroeg rijp. Hij haalde zijn oogst al binnen, terwijl het nog lente was. Het leven en de hartstocht der jeugd sliepen nog in hem, maar hij werd zichzelven al bewust. Het was heerlijk hem gade te slaan. Met zijn mooi gezicht en zijne mooie ziel, was hij wel iets om te bewonderen. Het deed er niet toe hoe dit alles eindigen zoû, hoe het voorbestemd was te eindigen. Hij was als een van die gracieuze figuren in een marionettenspel of in eene feërie, wier genoegens ver van ons staan, maar wier smarten ons schoonheidsgevoel roeren, en wier wonden zijn als roode rozen. Ziel en lichaam, lichaam en ziel, hoe mysterievol waren zij. Daar was dierlijkheid in de ziel en het lichaam had zijne oogenblikken van spiritualiteit. De zinnen konden zich verfijnen en het intellect kon verbeestelijken. Wie kon zeggen waar het impulsie van het vleesch eindigde, waar de impulsie van de ziel begon? Hoe kleingeestig waren de tegenstrijdige beschrijvingen van psychologen. En toch, hoe moeilijk was het te kiezen tusschen de verschillende richtingen. Was de ziel slechts eene schim, die spookte in een huis vol zonden? Of was het lichaam waarlijk eene verpersoonlijking van de ziel, zooals Giordano Bruno beweert. De scheiding van geest en materie was een geheim, evenals de eenwording van geest en materie een geheim was. Hij vroeg zich af of de psychologie ooit zoû opgevoerd worden tot zulk eene absolute wetenschap, dat zelfs de kleinste bron van het leven ons geopenbaard zoû worden. Zooals zij nu was, begrepen wij onszelven altijd verkeerd en anderen in het geheel niet. Ondervinding was van geene ethische waarde. Het was slechts een naam, die de menschen gaven aan hunne mistastingen. Zedemeesters beschouwden ze in den regel als eene waarschuwing, hechtten ethische waarde aan ze bij de vorming van karakters, prezen ze als iets, dat ons leerde, wat wij volgen, w
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek