United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Om mij gezelschap te houden, zeide hij; ik word oud en 's avonds na een vermoeienden dag, als het slecht weer is, ben ik dikwijls zwaarmoedig; hij zal mij dan eenige afleiding bezorgen. Dat zullen zijn beenen stellig wel kunnen verdragen.

Evenwel was de kleine niet wat men een ernstig of zwaarmoedig kind had kunnen noemen. Integendeel, eene vroolijke onschuldige dartelheid scheen, als de schaduw van zomergebladerte over het kinderlijke gezichtje en om geheel hare gestalte te flikkeren.

Waarschijnlijk brengt de natuur die hen omgeeft, hier veel toe bij, want voor natuurschoon zijn zij zeer gevoelig. Reeds in hunne oude volksliederen worden de natuurkrachten bezongen. Het zijn droefgeestige balladen, even zwaarmoedig en geheimzinnig als het landschap, wanneer het omgeven is van den nevel die opstijgt uit de tallooze meren.

Gij, Julia, hebt mij aan mijzelf ontvoerd, Zoodat ik niets studeer, mijn tijd verdoe, De wereld niets tel, goeden raad veracht, En, suf gedroomd, zwaarmoedig zucht en smacht. FLINK. Vergun, heer Proteus, was mijn meester hier? PROTEUS. Hij ging juist heen, en naar Milaan aan boord. FLINK. Nu, twintig tegen een, dan is hij scheep, En ik, die van hem af geraakte, een schaap.

En weder klonk, bij 't somber golfgewemel, Uw kreet alleen door d'uitgestorven hemel! En schoon het drooge is weêrgekeerd, o Zee! Wat met u gaat is droef en neêrgeslagen: De schuwe zeemeeuw deelt uw eigen wee, Uw eigen geest, in snerpend jammerklagen. Het hooge klif ziet uit zijn grauwe sfeer Zwaarmoedig op uw witte branding neêr;

Waarschijnlijk brengt de natuur die hen omgeeft, hier veel toe bij, want voor natuurschoon zijn zij zeer gevoelig. Reeds in hunne oude volksliederen worden de natuurkrachten bezongen. Het zijn droefgeestige balladen, even zwaarmoedig en geheimzinnig als het landschap, wanneer het omgeven is van den nevel die opstijgt uit de tallooze meren.

Fliesta, zijn zuster, was ook kort en tamelijk gezet; maar het eigenaardige van haar type zat voornamelijk in haar gezicht, dat groot en breed was, met sterk-afgeteekende, bijna mannelijkforsche trekken: groote, ietwat zwaarmoedig strak-kijkende oogen, een langen haviksneus, een stevige, vierkante kinnebak; en op bovenlip en kin, méér dan een donkere haardons; een kleine, echte snor en een begin van stekelbaard.

Het onderschepte licht, een hoog gaasachtig wolkenlicht, zeeg zwaarmoedig neêr op den tuin, op boomen en struiken, lichtte op het laagste loof dat slap hing, overdekt met stuifsel, grijs stof. Rustig wandelde hij door. In zijn hoofd was een zonderling mengsel van opwinding en onverschillige kalmte, een gedachtenlooze volheid van gedachten.

De verontreinigde vloer schrikt haar niet af. Bij den preekstoel, tegenover den kerk-ingang, staat, zwaarmoedig, een boerenpaard, dat onlangs, onbeheerd, door de golven is komen aanwaden; de koningin klopt het verfomfaaide beest meewarig op den nek.

Daar de eenzaamheid meestal tot melancholie leidt, zoo zijn de volksliederen bij de laatst genoemde natiën in den regel zwaarmoedig, terwijl het Fransche volkslied in den regel vroolijk is.