Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Mariëtte hield zich meer met hare twee kanarievogels en met hare begonia's bezig. In den uitkomende was 't een plezier hare werkzaamheid te zien, hoe ze aan 't sproeien was, en heel 't venster vol hing met kapucijnebloemen, schoone opgeleid langs een kunstmatige webbe van draden en touwtjes. En de vogels werden in dat getij buiten gehangen, boven 't raam, in de gouden zonne.

Zij lagen naast elkander als om te slapen, als de frissche morgenwind hen wakker maakte. En Uilenspiegel zag Nele's lief gezicht, in gouden glans door de rijzende zonne bestraald. Dien morgen, 't was in Herfstmaand, nam Uilenspiegel zijnen stok, drie gulden die Katelijne hem gaf, eene snede brood met een stuk verkenslever, en hij vertrok naar Antwerpen, op zoek naar de Zeven. Nele sliep.

Toen sprak Klaas: Mijn zoon, nooit moogt ge aan mensch of dier de vrijheid ontnemen, want die is het hoogste goed. Laat een iegelijk de zonne zoeken als hij koude heeft, en de schaduw als hij het warm heeft. En God oordeele Zijne Heilige Majesteit, die het vrije geloof in Vlaanderenland aan ketenen legt en Gent, de edele stad, in een ijzeren kooi van slavernije sluit!

Wat hapert er, genoot, dien 'k niet en zie; diegoendag!” mij, uit den nevel, roept, van hier nen stap of drie? Van den hoogen torre en blijft er speur! Wat uur, hoe late is 't wel, aan den tijd? De zonne en zie 'k niet: slaapt of waakt het wekkerspel? Hier en daar een' plekke boenend, zit de zonne in 't duister veld; rood, gelijk een oud versleten stuk ongangbaar kopergeld.

Hij bloeien zal nochtans, en, blij, de zonne bieden de vreugde van zijn hert: maar éénen keer in 't jaar en wilt het zomer zijn, en mag't den boom geschieden te bloeien in den dwang van al die tonnen daar.

Of dezen dooden mond nooit vader, vader! riep, Dees wiens liefde in mijn hert begraven lag zoo diep, Die letterlijken stond in mijn gemoed geschreven, De zonne van mijn vreugd, de ziele van mijn leven, Den rechten erfgenaam, en d'aldernaasten oor Van al mijn rijke haaf, van 't goud in mijn thresoor, Ja, 't beeld mijns aangezichts, de wortel, die de vruchten Mijns zaads beloofde voort te brengen met genuchten.

In dezelfde novelle wordt, met liefde, een hoek van den tuin beschreven: "De zonne ging achter de Westerkim verdwynen; maer zy zond nog, in roosverwige toonen, de natuer haren blyden avondgroet.

Dat stond allemaal verschillig de wegels zoomend en elk tierde in vroolijken groei tegen de blijde zonne. De wijngerd berankte de muren onder de euzieën en dekte 't witsel en de vensterboorden met zijne groote plakbladeren.

En Uilenspiegel ging met zijn ezel te midden van malsche beemden, waar peerden huppelden, en koeien en veerzen loom in de zonne herkauwden. En hij heette hem Jef. De ezel was blijven staan en deed zich deugd aan de distelen.

Ze zag de beeldekens wiegelen en lachte mee. Nu was er geen tastbare tijd meer en niets van wat den samengang van hun bestaan uitmaakte, scheen haar vergankelijk te zijn. Overal was licht het gewone gerucht van de stad en haar hoofd was vol zacht-ruischende geluiden. Ze blikte altemets op in zijn gelaat en ze vond hem schoon als de zonne.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek