Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


En hier is maar één antwoord mogelijk: de heiligen waren zoo wezenlijke, zoo materieele en zoo gemeenzame figuren in het alledaagsche geloofsleven, dat zich aan hen al de meer oppervlakkige en zinnelijke godsdienstige impulsen verbonden.

En van welk ander standpunt men de zinnelijkheid van beide geslachten waarneemt, steeds blijkt, hoeveel grooter de macht der zinnelijkheid is over den man dan over de vrouw. Er is bijvoorbeeld geen enkele reden om aan te nemen, dat in de menschenwereld de zinnelijke verhoudingen anders zouden zijn dan in de dierenwereld.

De Kerk is aan den anderen kant in het algemeen uiterst toegefelijk geweest op een ander gebied: in het dulden van de hoogst zinnelijke verbeeldingen der godsliefde. De nauwgezette kanselier van de Parijsche universiteit evenwel heeft ook daar het gevaar gevoeld en ervoor gewaarschuwd.

Veel van wat bij de vrouw wordt uitgelegd als uitingen van erotischen lust, is in werkelijkheid geheel iets anders. Bij den man zijn liefde en zinnelijkheid onafscheidelijk verbonden; zuiver mannelijke liefde is in wezen niets dan zinnelijke begeerte; alle denken en voelen van den man ten opzichte van de vrouw concentreert zich tot het verlangen haar sexueel te bezitten.

Had hij iets van haar temperament in zich? Die matte ovale oogen blikten hem zoo vreemd toe. En wat had hij van George Willoughby, met zijn gepoeierde pruik en mouches. Hoe slecht zag hij er uit! Het gezicht was stuursch en tanig, de zinnelijke lippen minachtend samengetrokken. Fijne kanten vielen over de magere, gele handen, overladen met ringen.

Waar natuurlijke bevrediging der zinnelijke behoefte onmogelijk of te gevaarlijk werd, daar gaf men zich over aan gelijkgeslachtelijke en onnatuurlijke zinnelijkheid. Te bewijzen is dit alweer uit de maatregelen die de kerk zelf daartegen van tijd tot tijd heeft genomen.

Duidelijk straalt hier weer de zinnelijke ondergrond van het schaamtegevoel in door: schaamte veronderstelt de mogelijkheid van begeerd te worden, en alleen reeds de gedachte daaraan beleedigt den maatschappelijk meerdere.

Hij dacht bijna nooit aan het klinkende geld, maar het slagen van zijn zaken was hem een verstandelijk genot, een bijna zinnelijke bevrediging van zijn hersenbehoeften. Toen hij 's middags naar 't Leidscheplein liep om te gaan eten, dacht hij weer aan Zaterdagavond en hij zag 'n beetje op tegen 't ontmoeten van zijn tafelvrinden.

En als hij soms, in de zoele Mei-avonden werd bevangen door hittige prikkeling van zinnelijke begeerten, die brandden in zijn droge keel en klopten in zijn gloeiende slapen, dan ging hij snel loopen, zich moe loopen, driftig slaande de gloei-warme voeten tegen de straatsteenen, net zoo lang tot hij bezweet en door de inspanning half versuft alleen nog naar rust verlangen kon.

Ja voor de menschen; neen voor de natuur. Deze zwakheid verlaagt hen niet, maakt hen niet onwaardig het diepste en warmste medegevoel. Zij gaven elkander wat elk mensch toebehoort: zich zelven; zij beschikten over hun eigen persoonlijkheid. Wat heeft deze liefde gemeen met dat wat de tijd zoo noemt, de luchtige vluchtige zinnelijke neiging? Niets als de naam.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek