Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


En hij zeide, terwijl zijn stem vol erbarming klonk en weten van wijze dingen: Charmides, hoor mij thans aan. Betooverd als gij zijt geworden, nadert het oogenblik van uwe onttoovering. Maar weet eerst, dat tusschen Clitifo, die de zilverasters kweekt dicht bij Thessalië's grenzen en mij ziele-aanvoeling geweven heeft door middel der heilige machten van Isis.

O, ik wist het wel, dat de goden van Eleuzis, die ik zoo dikwijls had ingeroepen, mijne bruid en mij hadden behoed, maar ik herinnerde mij ook Clitifo's lieflijken tuin van zilverasters en hoe reeds aan den grens van Thessalië een Isis-priester de weldadige bloemen kweekte, die mij hadden kunnen onttooveren, toen ik op Nausistrata verliefde!

Heer, zeide de tuinman. Gij zijt in Thessalië. Gij nadert Hypata: een mooie, rijke stad, maar vol slechtheid. Hoewel Hekate, in zich, geen slechte godin is, zijn velen die haar aanbidden, slecht. Heer, daarom kweekt mijn meester de zilverasters... Ik zag rond over het stralende veld.

Een gedachte flitste in mij op.... Zoo ik nu knikte met mijn kop....! Zoo ik nu schreef met mijn poot in het zand....! En om zilverasters vroeg....!! Maar een na-gedachte weêrhield mij.... Wat zoo zij mij vroegen wie ik was en ik verried, dat ik een koopmanszoon was? Onttooverd zoû mij Menedemus misschien purper en parels koopen maar mij dan weg zenden, verder Thessalië in!

Zoodat ik, ingetrokken mijn achterdeel van pijn, verontwaardigd voorwaarts stoof.... Twee, drie, vier andere knuppelslagen regenden over mijn rug en er was niet meer aan zilverasters te denken. Ik was niet meer Charmides, Lyzias' zoon, uit Epidaurus: ik was een ezel, onbeheerd en door lage slaven, ontevreden houthakkers, gevangen genomen! O, de gruwelijkheid van dien winter!

Het was, ter zij van den wit stoffigen postweg, een wijd veld, vol gebloeid van zacht stralende zilverasters. De duizenden bloemen, met bloembladeren als lichtende straaltjes, verdrongen zich dicht tegen elkaâr en onafzienbaar in weligsten bloei.

Ik rende den postweg af: ik voelde mij groot, sterk, vlug, maar... een ezel! Ik was een ezel! Maar een ezel met menschegedachte, want ik deed wat nooit een achtervolgde ezel zoû hebben gedaan: ik verborg mij, ter zij van den weg, in de hoog strengelende zilverasters van Clitifo's tuin en hurkte neêr, onzichtbaar, grauw ik tusschen de zilveren bloemen...

Zoek de roode amaryllis-tuinen! riep ik hen toe in een ingeving, dat die bloemen zouden worden gekweekt zoo als de zilverasters werden gekweekt. En ik vluchtte weg, door het feest, dat zoo vreemd scheen geworden, zoo vaal van tint, alles spokebleek in onwezenlijkheid. In het diversorium vond ik Davus. Waarom ben je hier? vroeg ik en mijn stem klonk bleek ook als van een spook.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek