United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar wat er dan 's avonds wel onheiligs en schrikbarends omging in die geheimzinnige binnenvertrekken van den Keizer, die naar het gevoelen van den vromen Yoessoef en velen zijner geloofsgenooten een verbond met geen minder persoon dan Satan zelf gesloten had?

Nu, vervolgde de spreker, terwijl hij zijne reeds fluisterende stem nog een toon dalen liet, weet gij voor wien ik dien man aanzie? Regtuit gezegd, als hij de Shaitan zelf niet is, dan is hij toch zeker een handlanger van hem; en met dat wezen... heeft dan de Keizer een verbond gesloten! Yoessoef zweeg een oogenblik en met ontzetting staarde zijn makker hem aan.

Daar ik te Dsjoelfa niets te doen had, begaf ik mij naar de woning van Kodja Yoessoef, en drong er bij zijne vrouw op aan dat zij, overeenkomstig hare belofte, mij zou voorstellen aan hare schoone vriendin, de echtgenoote van Hadji Hoesein.

Wat het eigenlijk te beteekenen had, antwoordde Yoessoef, weet ik u niet met zekerheid te zeggen, maar wel, dat al dat licht en dat gezang in verband moest staan met de nieuwe leer, die de Keizer in plaats van den Islam wil stellen, en waarin hij zijne vertrouwden inwijdt, een soort van vuur- en zonnedienst, die hij voornamelijk van onze oude Parsi's en ook van de ongeloovigen hier, Allah zij hun genadig! ter kwader uur ontvangen moet hebben.

Om, vooral bij de heerschende hitte, alle noodelooze vermoeienis te vermijden, stelt onze onwaardeerbare gids, de Padri, ons voor, niet op het midden van den dag naar Dsjoelfa terug te keeren, maar ons dejeuner te gebruiken in de karavanserai, waar zich de magazijnen bevinden van Kodja Yoessoef. Het kantoor van onzen vriend ligt juist in het drukste gedeelte van deze buurt.

Toen we ons den 15den April weer op weg begaven, was onze karavaan vrijwat aangegroeid door het gevolg van den monteçarref Yoessoef, die vergezeld werd door zijn secretaris-generaal, zijn uitstekenden kok, een menigte bedienden en politiebeambten en eindelijk door de jonge negerin Zenep. Dit krachtige, mooie meisje van ongeveer twintig jaar wist niets van haar eigen afkomst.

Toen we ons den 15den April weer op weg begaven, was onze karavaan vrijwat aangegroeid door het gevolg van den monteçarref Yoessoef, die vergezeld werd door zijn secretaris-generaal, zijn uitstekenden kok, een menigte bedienden en politiebeambten en eindelijk door de jonge negerin Zenep. Dit krachtige, mooie meisje van ongeveer twintig jaar wist niets van haar eigen afkomst.

Alles doodstil, behalve nu en dan een statig gezang, een soort van loflied, zooals Akbar zelf, naar men zegt, er meer dan een vervaardigd heeft, maar dat, hoewel het anders welluidend genoeg klonk, toch niets te maken kan hebben met onze heilige godsdienst, waarvoor de Profeet geprezen zij! En wat beduidde dat, Yoessoef? vroeg de ander.

Deze beide gebouwen dagteekenen uit den laatsten tijd, even als de twee minarets aan de poort in den buitenmuur. Op weinige schreden afstands van het monument van Abd-el-Kader, wijst men mij nog een ander grafteeken; aan onze rechterhand verrijzen de minarets van de moskee van Sheikh Yoessoef; aan onze linkerhand zien wij de poort van de masdjed Abd-el-Rahman.

Eer wij naar Dsjoelfa teruggaan, noodigt mevrouw Yoessoef mij uit, om in den biroen het voor het publiek toegankelijke gedeelte van het huis het magazijn van tapijten te bezichtigen.