Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Lok niet in uwer zuster tranenmeer Mij, schoone meer-elf, met verdervend lied; Zing voor uzelf, Sirene, min mij weer, En spreid uw haargoud op den zilv'ren vliet; Dan kies ik dat voor leger, waar ik rust, En stel met trots mij voor, dat, als ik zink, De dood aldus gewin is, weelde en lust; Ja, is de liefde wuft, dat zij verdrink'! LUCIANA. Wat! zijt gij dwaas? niet wetend wat gij zegt?
Hij, om wien zij dacht, was niet waard, dat zij om hem dacht. Hij was zij zag dat nu klaar in hij was wuft, hij was egoïst, hij was iemand, die ieder wilde behagen....
Hij was toch niet slecht; zij geloofde zelfs niet eens, dat hij wuft was; hij was alleen wat over het paardje getild, omdat hij er knap uitzag en geld had, maar hij had een goed hart; hij zou niemand leed hebben kunnen doen. Toch, wat kon haar dat alles schelen! Waarom hinderde het haar, dat hij die nuffen, zooals Ange en Léonie en dat dwaze nest van een Françoise, courtizeerde!
Wat een wuft gegroeide neus en 't leek wel of die vagebond honderd monden had; zoo straks was zijn hals rank als een schooljongenshals en nu was 't een krop dien hij opblies, een zak dien hij volstopte met zijn opborrelende wilde neigingen.
De zwerver schrijdt, in zoet gepeins, weêr voort: Waar zooveel eens-gezinden samen-kwamen, Daar sterft de haat, en wordt geen klacht gehoord. Het klokje beiert in den morgenstond, En heel ’t gehucht treedt in het Huis des Heeren, Om den Verlosser en zijn Moeder te eeren, En alles buigt voor ’t lied uit ’s herders mond. O, kind van wuft vermaak en stads-gewoel!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek