United States or Nepal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe kan eene natie weder in het bezit komen van eene eigenschap, die zij verloren heeft? Dat is zuiver woordenspel. Nationale deugden zijn geene verdwaalde wandelstokken of doekspelden, waarvan de kommissaris van politie in de courant adverteert dat de eigenaren ze aan zijn bureau terugbekomen kunnen.

Dat zich afwenden van de Schoone Poort gaf de Nazarener zelf daarmede niet duidelijk te kennen, dat hij het door-hem op te richten koninkrijk niet beschouwd wilde hebben als een aardsch koninkrijk? Dochter van Balthasar, zeide hij waardig, als dit het spel is, waarvan gij spraakt, neem den krans; ik moet hem u toekennen. Laat ons echter een einde maken aan dit woordenspel.

De weg werd hem gewezen door Erasmus, Coornhert, Thomas Morus en anderen, door de humanisten in één woord. Dit brengt ons als van zelf er toe te spreken over een anderen kring van ideeën, waarin Grotius leefde, over het humanisme. De scholastiek was na glorievolle dagen een tijdperk ingetreden van allengskens grooter en dieper verval. Zij was opgegaan in een ijdel woordenspel.

Doch neen, deze laatste tegenstelling, zoo menigmalen een zinledig woordenspel, ware hier erger, ware hier eene krenkende onwaarheid. Waar Weimar roem draagt op haar naam van Muzenstad, op haar titel van duitsch Athene, daar voegt het allerminst te vergeten, aan wie zij, nog in de laatste jaren der vorige eeuw door Schiller een dorp genoemd, die glorie dankt.

Stikkend bijna van woede en schaamte liep zij met het zwaard in de opgeheven hand op Tristan toe, terwijl zij uitriep: "Laffe moordenaar, die ons door listig woordenspel wildet misleiden! Thans weet ik, wie gij zijt en dit zweer ik u, gij zult uwe gerechte straf niet ontgaan! Hetzelfde zwaard, waarmede gij Morholt den doodslag toebracht, zal ook uw dood zijn!"

Een wonderlijk doek met roode papavers tegen een wit hek en een violetten hemel, gaf gelegenheid tot eene gevaarlijk woordenspel, waaronder Francine haast bezweek. Toen zij, na anderhalf uur visite, in de thea-room binnentrad, was zij met een loomen last beladen en besloten in een droom. Zij dronk een kopje thee. Zij lachte Rupert toe.

Immers, de roem van buitengewone deugden is onvergankelijk, en eene verfkorst kan vergaan. Maar bij nader inzien blijkt alles maar woordenspel te zijn. De persoon, op het portret uitgebeeld, is met zijnen roem, met zijne deugden, met zijnen naam reeds lang vergeten; de onvergankelijkheid was niets dan een dichterlijk compliment.