United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier hielden wij voor een schuur stil, welke tot stalling diende, stapten af, en wandelden naar het woonhuis; en niet weinig keek ik op, toen de vrouw, welke ons aan de deur verwelkomde, niemand anders bleek te zijn dan de oude Martha, en haar woning dezelfde, waarin mij de Heer Bos ontvangen had.

Zij moesten pogen door de tunnel weer in het heerenhuis te geraken; zij moesten trachten te bewerken, dat haar de deur geopend werd, die van de benedenverdieping van het woonhuis toegang tot die onderaardsche gang verleende. Maar zou miss Alice, wanneer zij die deur met de ongelukkige moeder bereikt zoude nebben, er in slagen om zich door de bewoners te doen hooren?

Hij liet de oude kerken afbreken en er nieuwe voor in de plaats zetten. De monniken kregen een beter woonhuis en er werd een "hotel" gebouwd om de pelgrims te herbergen. Na langdurig informeeren gelukte het ons te weten te komen wanneer de boot, die tot het klooster behoort en onder directie der priesters staat, van Sortavala naar Walamo zou vertrekken.

Beneden in het dal bij Bex, tusschen de hooge walnoteboomen, bij een kleinen, snelvlietenden bergstroom, woonde de rijke molenaar; het woonhuis was een groot gebouw en had drie verdiepingen met kleine torentjes, die met hout bedekt en met zinken platen belegd waren, welke in den zonne- en maneschijn glinsterden.

Het woonhuis Ockenburg kwam, volgens de afbeelding van Ravestein door Matham op koper gebracht, veel met Hofwijk overeen en prijkte met een hoog dak. De stoomtram volgt van Loosduinen den nieuwen weg door de graslanden en tuinen van Poeldijk.

Terwijl Petersen in de plantage naar het kweekgras ging kijken, liet ik mij door den directeur hetgeen hij geboekt had, toonen en nader verklaren en keerde daarna met mijn vriend naar het woonhuis terug, om te dineeren. De eerste dagen gingen met het gewone werk rustig en kalm voorbij.

Zij vinden dat bestaan veel meer naar hun zin, dan het verblijf in een gemakkelijk ingericht woonhuis, en in den zomer slaan de stedelingen overal in het open veld hun tenten op, om de genoegens te smaken van het voorvaderlijk nomadenleven. Men kan zich thans een voorstelling vormen van de moeilijkheden, waarmede het verkeer gepaard gaat.

Drie groote gebouwen omringen een vierkantig plein: het woonhuis, dat laag is en zonder verdieping; de stallen, voorzien van roode deuren en talrijke luchtgaten; de schuur met hare wijde poort en haar hoog dak. Het ovenhuis heeft men afgezonderd, evenals het afdak, waaronder men de wagens, de karren, de ploegen en de eggen bergt. Al de buitenmuren zijn versch gewit.

Niemand zei hun, hoe zij het zand moesten vastmaken, zoodat het stil bleef liggen. Zij vergenoegden zich met het zetten van omheiningen om de akkers heen, die het dichtst bij het woonhuis lagen, om ten minste die te kunnen bewaren. De menschen daar bekommerden er zich niet om, dat zij ter wille van hun hardnekkigheid in armoede moesten leven.

Als wij beiden den geheelen dag van huis waren, kon niemand over Lucy baas worden; ieder onbedachtzaam Hoen, iedere zorgelooze Eend moest het ontgelden. Bij 't invallen van de duisternis, klom zij op het dak van het woonhuis, waar zij tegen een schoorsteen geleund rust nam.