United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men zoude hem voegzamer kunnen vergelyken by een haazen-windhond, ten aanzien van deszelfs gedaante, maar niet van zyne grootte, en by gevolg ook ligter dan den Jaguar, maar grooter dan een windhond. De huid van dit dier is van eene bruin roode kleur; de borst en buik zyn van eene vuile witte kleur; hy heeft lange en ongevlakte hairen; de staart van eene aard-kleur, en aan het einde zwart.

Omdat hij zoo zwart van opslag was hielden wij hem voor een Franschman, Spanjaard of Napolitaan, tot hij met een zwakke stem vroeg: 'Drinken, drinken! Toen hoorden we dat hij een Hollander was en wisten nu heel spoedig, dat hij als kajuitsjongen op het Nederlandsche oorlogsschip De Windhond diende. Zoodra we nu zagen, dat dit schip hier was, namen we het besluit hem hier aan boord te brengen."

Buitengewoon fijn gebouwd zijn de pooten van den Windhond; men ziet aan hen iedere spier en vooral ook de sterke pezen, waarin deze spieren uitloopen. Maar ook aan den borstwand zijn alle tusschenribspieren zichtbaar; sommige Windhonden zien er uit, alsof hunne spieren reeds door een bekwaam ontleedkundige waren blootgelegd.

"De edele Windhond jaagt met niemand anders dan met zijn meester. Zulk een gehechtheid en de zindelijkheid van het dier verschaffen vergoeding voor de zorgen aan zijn opvoeding besteed.

Deze eigenschappen bewijzen, dat het Paard van een goed ras is en snel loopt; want het gelijkt dan door zijn lichaamsbouw "op den Windhond, de Duif en het Kameel te zamen." In de 18e levensmaand begint de opvoeding van het edele dier. In 't eerst tracht een knaap het te berijden. Het leidt het naar de drinkplaats, naar de weide, maakt het schoon, kortom voorziet in al zijne behoeften.

Beschaamd trad Maurits terug, bukte het hoofd als een edele windhond doet, wanneer hem zijn meester bestraft heeft, ontgespte zijn degen en liet dien met bandelier en al op den grond vallen, waarna hij zich in zijn stoel wierp en het gelaat in beide handen verborg.

Van deze klimt men op tot de jacht op jonge Gazellen. Men nadert deze Antilopen zoo voorzichtig mogelijk, terwijl zij aan de zijde van hun moeder rusten, vestigt de aandacht der Honden op dit wild, spoort ze aan, tot zij ongeduldig worden, en laat ze dan los. Na eenige oefeningen houdt de Windhond zich ook zonder bijzondere aansporing met hartstochtelijken ijver met deze jacht bezig.

Hij heeft ongeveer de afmetingen en lichaamsverhoudingen van een middelmatig grooten Windhond; de beharing is overal even dicht en bestaat uit vrij korte haren, die slechts aan den staart verlengd zijn; de kleur wisselt af van fraai bruin- of roestrood tot bruinachtig grijs, is aan de onderzijde lichter, donkerder daarentegen op den snuit, de ooren, de voeten en het puntje van den staart.

De prijs van een Sloegoei, die de grootste soorten van Gazellen vangt, staat gelijk met dien van een Kameel; voor een Windhond, die grootere Antilopen neervelt, betaalt men gaarne evenveel als voor een mooi Paard."

Van de Windhonden van het westelijk gedeelte van de woestijn, deelt generaal Daumas het volgende mede: "In de Sahara en in alle overige door de Arabieren bewoonde landen is de Hond niets meer dan een verwaarloosde, lastige dienaar, die men den rug toewendt, hoe nuttig ook zijne bediening zij, onverschillig of hij de woning moet bewaken of het vee hoeden; de Windhond alleen geniet de genegenheid, de achting, de teedere zorgen van zijn meester.