Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Vóór hen, den heuvel op, stonden tenten rij aan rij waartusschen zeer vele mannen en paarden wemelden en hier en daar zich een hooge stormtoren hief. Zij spraken geen van beide.
De menigten, die daar wemelden in 't zonlicht en hun roep en lach opschalden, juichten en werkten, vloekten en zongen, zijn ter rust gegaan.... De monumenten en torens en paleizen, die beklijvenden, zij zijn alleen gebleven....
Op de zee was een breede weg van levend purpervuur, een vlammende, schitterende lichtweg, leidende naar den ingang des verren hemels. Achter de zon, waarin het oog nog niet staren kon, wemelden teedere tinten van blauw en rose dooreen, in de diepte van de lichtgrot.
Een diepe en breede vallei, die door hen werd opgemerkt, droeg duidelijk de kenmerken van beschaving. Zij liepen een fraaie haven binnen, die Columbus Port Concepcion noemde, doch nu de baai van Moustique heet. Hier kronkelde ook een schoone rivier door een streek, die een tuin kon heeten. De rivier en de baai wemelden van allerlei soort van visch. Velen werden met netten gevangen.
Zij slaakte een juichenden kreet, klaar als een gouden galm van geluk, die zich verloor in de lichte lucht. En toen ijlde zij, licht als een nymf, vooruit, ijlde zij, ijlde vooruit, weêrhield de slaven met haar bevelend gebaar en riep, terwijl zij de armen hoog wierp en hare sluiers wemelden om haar rond: Eindelijk! Eindelijk! Mijn bruidegom!
Dan weerklonk het sein... Opeens was het of de gansche landstreek woelde en golfde... En boven die bewegende donkere massa's flikkerden en wemelden de wapens in de gloeiende morgenzon als flitsende stralen en spattende zilvervonken... Arm Rusland! dacht moeder Jane bij den aanblik van die ontzettende strijdkrachten.
Het gevolg der gezanten van Cambyzes, dat uit bijna driehonderd personen bestond, en de aanzienlijke gasten, aan wie men alle denkbare oplettendheden bewees, vulden alle zalen van het vorstelijk verblijf te Saïs, terwijl de hoven en pleinen wemelden van lijfwachten en waardigheidsbekleders, jonge priesters en slaven, allen in den rijksten feestdosch.
Gesmoord zwart-glanzig van zon lag het kolenwegje recht het land in naar den oliemolen; als van vloeiend licht leek het boordevol vaartje, en de lage, weeke weilanden wemelden van bloemen en golvingen van halmend gras.
Het was dien dag brandend heet; en daar het blauwe meer er zoo klaar uitzag, ijlde ik, verstikt van het stof, de sintelige helling af, tastte gretig naar het water doch vond dit tot mijn groote spijt zoo zout als pekel. De rotsen op de kust wemelden van groote, drie tot vier voet lange, zwarte hagedissen, terwijl op de heuvels nog eene leelijke, geelachtig bruine soort algemeen voorkwam.
»Het was niet gemakkelijk naar huis te komen. De straten wemelden van Romeinsche soldaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek