United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


~Dankbaarheid~ heeft de bijgedachte, dat de weldoener voor ons te hoog staat om hem met een wederdienst te beloonen. Men is God voor Zijn vele weldaden ~dankbaarheid~ verschuldigd.

Doch JOANNA weigerde zulks moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten, zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk, en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen": Zy voegde 'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde, bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk, om onbedwongen haare tranen te storten.

Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u; en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was.

Basilius de Groote, 329 na C. te Caesarea in Cappadocia geb., was eerst pleitbezorger, ging toen tot den geestelijken stand over en werd in 370 bisschop van Caesarea. Hij was een groot weldoener der armen, stichtte een groot hospitaal en besteedde zijn geheel vermogen tot weldadige doeleinden, terwijl hij zelf in armoede leefde. Hij was een groot voorstander der grieksche letterkunde.

Domheid en boosaardigheid gaan gewoonlijk gepaard; wanneer zich daarbij echter nog lafhartigheid, halsstarrigheid, ontevredenheid, tegenzin in elken verstandigen maatregel, haatdragendheid of onverschilligheid tegenover den verzorger en weldoener en nog honderd andere ondeugden voegen, wanneer een schepsel al deze eigenschappen in hooge mate bezit en uitnemend slag er van heeft om ze te laten blijken, kan het niet uitblijven, dat een mensch, die met zulk een beest te maken heeft, ten slotte razend wordt.

"Integendeel," wedersprak hem de substituut, "het is eene hulde, door hen aan de deugd gebracht. Zij achten u schuldig; zij betreuren het lot van den notaris, dien gij zelf uwen weldoener noemt en zij haten en vermaledijden niet uwen persoon, maar de noodlottige verzuimenis, waardoor gij, volgens hunne meening, den dood van twee menschen hebt veroorzaakt.

De vrij verklaarde gemeente bleef met zoo trouwe gehechtheid aan haar weldoener verknocht, dat zij zelfs de partij koos van een avonturier, die zich, na 's keizers dood, voor Frederik II wilde doen doorgaan, hetgeen der poorterij op eene zware boete te staan kwam ten behoeve van den levenden keizer, Rudolf van Habsburg.

Zij vond hem haar weldoener, om dat hij haar, als ongetrouwde min, wel had willen nemen, toen zij juist niet wist wat er van haar worden zoû. Zij was erg verlegen tegenover hem. Fik, Fik, daar is vader en ze liet Fik, zoo als zij hem het eerst had genoemd, dansen op haar schoot; maar zij zag Jozef niet aan.

De woeste man was, gedurende de laatste weken, de weldoener van zijn volk geworden. Zijne liefde had hem toegevend en minzaam gemaakt. Zijne handen werden des gevens niet moede. Zijn toorn was ingesluimerd, en de kraaien van Babylon zwierden thans, van honger schreeuwende, boven de plaats, waar anders de hoofden van talrijke gevonnisten, als waarschuwend voorbeeld waren ten toon gesteld.