Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Hij keerde naar de Maas terug, om zich daar zoo goed mogelijk te herstellen. Ook de With moest wijken. Niet minder dan 24 kapiteins hadden hem schandelijk in den steek gelaten. De Staten benoemden Jacob, Graaf van Wassenaar, Heer van Obdam tot admiraal van de vloot, terwijl de Ruyter tot de waardigheid van vice-admiraal werd verheven.
"Zoodat gij dus in de onmiddellijke nabijheid van den dapperen Zeeuw waart," hervatte Pieter Dirksz. "Juist. Onze vloot vereenigde zich kort daarna met die van Wassenaar. 't Was een statig gezicht, die vijf-en-twintig oorlogsschepen met hare galjoten en branders te zien zeilen, een gezicht, dat mij het hart onder het baaitje deed zwellen.
Deze magtige vloot, welke men bestand achtte, om zich met de Engelsche zeemagt te meten, stak den 23 Mei 1665 onder het opperbevel van den Luitenant-Admiraal JACOB VAN WASSENAAR OBDAM in zee. Doch tegen alle verwachting was de uitslag hoogst ongunstig.
't Gelukte de Ruyter op zijne veelvuldige tochten, de zeerooverij aanmerkelijk te beteugelen en vele slaven te bevrijden. Ook in het Noorden behaalde de Ruyter grooten roem. Zweden en Denemarken voerden een langen en bloedigen oorlog. De Hollanders besloten Denemarken hulp te verleenen, en zonden eene vloot onder bevel van Wassenaar van Obdam naar de Oostzee.
Wassenaar echter kweet zich kloekmoedig, doch ongelukkig vloog hij met zijn schip in de lucht. Hierop heesch de trouwelooze stuurman van Kortenaar de admiraalsvlag in top en nam de vlucht. De anderen, niet wetende of Evertsen dan wel Tromp het opperbevel had, volgden hem en spoedig was het wijken algemeen.
C. C. C. Warmolts, Procureur en Wethouder der stad Leeuwarden. R. A. Wartena, Assessor van Rauwerderhem, te Rauwerd. B. A. Wassenaar, Landbouwer te St. Jacobi-Parochie. A. Wassenbergh, Predikant te St. Anna-Parochie. I. Wentholt, Arrondissements Betaalmeester te Alkmaar. Mr. P. ten Behm Wentholt, Regter te Heerenveen. Mr. T. M. Wentholt, Griffier van het Kantongeregt te Harlingen.
Zeeland kon maar niet verkroppen, dat, in den oorlog tegen Zweden aan De Witt de voorgang boven Jan Evertsen was geschonken, en benoemde dezen tot Luitenant-admiraal, met het doel om hem, na Wassenaar, het tweede bevel op 's lands vloot te doen voeren. Daarop benoemde men in Holland tot dezelfde waardigheid Kortenaar, De Ruyter en Meppel, en in Friesland Auke Stellingwerf.
Op last der Staten, die gaarne aan al de gewesten genoegen wilden geven, had Wassenaar de vloot in niet minder dan zeven eskaders verdeeld, en dit verzwakte natuurlijk de eenheid in werking, zoodat de meeste eskaders op zich zelf handelden. Daarbij kwam, dat, reeds te vijf uren in den morgen, Kortenaar sneuvelde en diens stuurman, die het bevel overnam, zich lafhartig buiten het gevecht hield.
't Was "Het huis te Zwieten", op hetwelk de dappere vice-admiraal De Ruyter het bevel voerde, die den 20sten Mei met een vloot van 40 linieschepen tot versterking van Wassenaar naar 't Noorden afgezonden was. Wij werden terstond met opene armen ontvangen en op verschillende schepen ingedeeld. Ik kwam als tweede stuurman op "Het huis te Zwieten" en bleef verder op dien bodem."
Hij wilde echter een poging doen en schoof reeds een paar jonge knapen, die hem in den weg waren, vrij onzacht ter zijde om door te dringen, toen Oda van Wassenaar, die door het gevolg van deze beweging mede een duw kreeg, hem van 't hoofd tot de voeten aanzag, terwijl zij op een scherpen en luiden toon zeide: "wie is die lompe dorper, die zich hier een weg maakt alsof hij aan 't biezen snijden ware?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek