Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


Wat! zou ik geen braaf mensch kunnen zyn, om dat ik de slavin myner Tante niet zyn wil; om dat ik my naar myn zin wil kleden, 't geen myn Voogd my gaarn inwilligt? Zou ik myn hair niet mogen opkappen, zonder dat myn hart er by leedt? Vrees niet voor my, ik zal wel op de wagt staan. Ik ken de liefde niet; denk er nooit om, breek myn hoofd nooit met zulke snuisteryen.

Zie, Naatje, dat hadt gy ook behoren te bedenken; wil ik spreken, zeit Pieternel. Ik begryp wel, dat het nu maar spelen gaan is, en dat de jonge Jan Edeling my wel eens andre druktens zal maken! Goed! ik wagt die ook, en hoop, dat myn verstandige Man, zo ik te véél malle Moeder ben, Moeder en Zoon beide te recht zal helpen.

Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest, die zig nooit weder herstellen.

Alsdan brengt men hem onder een groot zonne-scherm, door eenen jongen Neger gedragen wordende, naar zyn vaartuig met zes of agt roeijers, het welk hem wagt, en waar in zyn Opzichter zorg gedragen heeft vruchten, wyn, water en tabak te laten brengen; maar dezelve heeft hem zoo dra niet zien vertrekken, of hy herneemt zynen toon van gezag, en zyne gewoone onbeschoftheid.

Moeder lief kan 't ook niet veelen, Dat de tijd verwaarloosd wordt. Lui zijn, zegtze, is tijd te steelen, En ons leven is zo kort! Hoe dankbaar is mijn kleine hond Voor beentjes en wat brood! Hij kwispelstaart, hij loopt in 't rond, En springt op mijnen schoot. Mij geeft men vleesch en brood en wijn, En dikwijls lekkernij: Maar kan een beest zo dankbaar zijn, Wat wagt men niet van mij!

Wel, is dat de zwarigheid? wagt, met je Vrouw, de occasie hier by my af: of wil zy niet by zo een knorrig man zo lang komen inwonen? Ik. Daar is geen woord over gesproken; maar ik ben wel verzekert, dat myn aanstaande Vrouw over haar Mans Vader dus onheusch niet zal oordelen; en ik bedank u by voorraad allerhartlykst voor deeze aanbieding. Hy. Waar is uw Broeder Cornelis? Ik.

Zeg, fraaije kwant, dit aan uwe Principale: "dat zy zich stil houde, of dat ik haar alles, wat zy 's jaars, boven de honderd Ryksdaalders, ontfangen heeft, zal afkorten." Ik wagt haar voor den Rechter. Laat zy daar hare Leverantie van zuchten, tranen en gebeden inleveren, om te zien, hoe veel haar voor elke twintig ditoos zal worden toegewezen. Houd u stil, of 't zal niet met u gaan.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek