United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En toen op een nacht dat het hard vroor, tusschen Kerstmis en Nieuwjaar, toen kwam Hoyer dien wij in maanden niet gezien hadden, en nadat we een tijd hadden zitten kletsen, vroeg i naar Japi. En toen begon i herinneringen op te halen. Hij zou in de punt gaan zitten om uit te kijken, want de Volharding voer toen alles kapot, had nog pas een tjalk in den grond gevaren aan den Omval.

Bij een hek, langs de lijn, zag ik een oud, mager paard staan droomen in gezelschap van een grijzen ezel. Kameraadschappelijk druilden zij bij elkaâr, het oude knollebeest met den langen hals op den hals van den ezel, Rossinante en Sancho's grauwtje. Ik was in Alcazar de San Juan.... De Dood van Mijn Poes. 't Vroor dat het kraakte.

Terwijl het te Moskou vaak reeds sneeuwde tegen het einde van October, bleef het weder nu helder en mooi, en vroor het eerst den 27en October. Den 1en November daalde de thermometer echter totonder het vriespunt; den 4en viel de eerste sneeuw. Tot dezen datum bleef het weder ook meestal helder en was het niet bijzonder koud.

En buiten lag al dien tijd de sneeuw die de geluiden meêneemt en de voorbijgangersvoetstappen tot onhoorbaarheid dooft. 't Was een Zondag, de vierde dag van haar ziekte. Als ik beneden kwam zag ik het pad lang gaan, rein verdwijnend tusschen zijn boompjes en huisjes, met de glinsterende sporen der voetzolen en der wagenwielen, want het vroor nog immer.

Gelijk het ook blijkt, dat eenige dezer Meren niet vast toevriezen, al vroor het bijkans nog zoo sterk; hetgeen een teeken is, dat de grond open, sponsieus en lek is.

Gedurende al die dagen overvielen ons hevige sneeuwvlagen; soms mistte het zoo sterk, dat men van het eene einde van het plat niet naar het andere kon zien; de wind draaide plotseling door alle streken van het kompas. De sneeuw vroor zoo hard aan elkaar, dat wij die met het houweel vaneen moesten slaan.

Hij begaf zich naar het admiraalschip en zei daar wat hij vreesde; de vlootvoogd antwoordde: De wind blaast uit Engeland: we krijgen sneeuw, maar geen vorst: keer terug naar uw schip. En Uilenspiegel ging henen. 's Nachts woedde een hevige sneeuwstorm; maar weldra blies de wind uit Noorwegen, de zee vroor toe, zij was effen als een vloer. De admiraal zag dit schouwspel.

Het was mooi weer, dat wil zeggen dat het niet meer dan een graad of tien vroor. Ook was het nu weder iederen dag gedurende een uur of vier eenigszins helder en vertoonde de weerkaatsing der zonnestralen zich duidelijker aan de kim, in afwachting van het tijdstip dat zij zich daarboven zouden verheffen. Alle dorpsbewoners waren uit hunne onderaardsche woningen te voorschijn gekomen.

Hij zou eens zien wat i er van maken kon. Hij zou vijftig gulden per maand verdienen. Dien avond vroor het weer hard. De sterren waren helder en ontzettend hoog. De kachel was niet aan. Wij zaten met ons drieën, jassen aan, kragen in de hoogte, hoeden op zoo als wij zoo vaak hadden gezeten als wij harder waren dan het kapitalistische gemoed en niets meer hadden om te verstoken.

Dooi? vroeg Wouter. Gut , 't vroor twee zeeuwen dik. Ik keek beduust op de blanke steenen, en zocht de sneeuw... geen krummel te zien, hoor! Toen hoorde ik pater lachen in z'n kamer, want hy zag me daar staan als 'n gek mensch naar de sneeuw te zoeken, die weg was. Hy was vroeger opgestaan dan ik, en had alles weggeruimd. Hoe vind je dat, jongeheer?