Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Vidar kwam nu aansnellen van een verwijderd deel der vlakte om den dood van zijn machtigen heer te wreken, en de voorspelde vloek trof Fenris, wiens onderkaak nu den slag van dien schoen voelde die voor dezen dag bewaard was. Op hetzelfde oogenblik greep Vidar de bovenkaak van het monster met zijn handen, en scheurde hem met een vreeslijken ruk in tweeën. Het verslindende vuur.
Een oogenblik later liet een raaf die over hen heenvloog een dergelijk blad vallen aan Sigmunds voeten, en hij, begrijpend dat de goden hem wilden helpen, legde het op Sinfiotli, die te gelijker tijd weer levend werd. In vreeslijken angst dat zij elkander weer kwaad zouden doen, kropen Sigmund en Sinfiotli nu naar huis, en wachtten, tot de tijd van hun verlossing zou aanbreken.
En die woeste roovertroep, de Beni-Hassen, die daar verlegen als schooljongens hadden gestaan onder den vreeslijken blik van Sid-Abd-Allah, vierden de teugels en verdwenen in eene wolk van stof, snel als de wind, verheugd er zoo goed af te komen.
In onzen vreeslijken tijd, waarin altijd als een donker noodlot hangt boven ieders hoofd, een tijdgenoot te bezitten als Plinius, is bijna een ongelooflijk geluk en een troost. Wie is zoo goed, die tevens zoo rijk is, zoo rustig edel van ziel in deze dagen van krankzinnige overspanning, dat zelfs niet Domitianus durft.... Stt.... edele Verginius! schrikte Quintilianus.
En snorkende, grommende, knorrende, renden achter, ter zij, de drie zwijnen mede, zich liever hunne senatorenzielen uit hunne dikke leden loopende dan hun redder, mij, te verlaten. Neen, het werd geen dag, durende dien vreeslijken rit. Het regende en ik rende den regen door, tot een diep ravijn zich boorde voor mijne blikken. En een hevige bliksemschicht uit schoot en de donder dadelijk rolde....
Ze lag achterover tegen de leuning en haar gelaat, dat nu den gloed miste van hare vorige oogen, droeg het onbeweeglijk masker van een lijk. Hare vuisten lagen nevenseen in haar schoot. Kleine kneuzingen bloosden blauwachtig op de puntige gewrichten. Niet lang bleef ze zoo. Als uit een vreeslijken droom wipte ze stokkestijf opwaarts, staarde wijd en bang vóor zich uit, beefde koortsig.
O, zoo zij ziek ware geworden van den vreeslijken rit door den slagregen! Maar het scheen wel, dat de goden waakten over haar, want zij lag zoo rustig als hadde zij gelegen in haar kuische bedde te huis! Herademend keek ik om.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek