United States or Hungary ? Vote for the TOP Country of the Week !


O, dat zij beiden, verdiept in elkaar en in al het moois van Italië, het niet hadden vóórvoeld:.... het noodlot, de oorlog...., die al wat jong en liefelijk was vernielde! Oorlog...., die waanzin...., die hèl.... die ook haar liefste en haar geluk had vermoord!" O daar was het weer, het wild-opstandige, dadelijk wanneer ze 't woord oorlog maar dacht of hoorde, of las.

Dat had ik al voorvoeld bij het lezen van Milton en Shelley, maar omdat het geen Nederlanders waren, was toch nooit het besef van het levende woord zoo tot mij doorgedrongen als toen "De Nieuwe Gids" mij daarvan de openbaring gaf. Deze twee elementen zijn de aanknoopingspunten geweest, waardoor hij zich hoewel jonger dan de leiders in de beweging voelde staan.

De eene trap was wat nauwer dan 'n andere, een onverwachte balk, voorvoeld in het nacht-zwart, deed het hoofd bukken; een plotselinge trapwending liet je soms even verbijsterd rondtasten waar nu heen; stevig klemde de hand het glad gesleten traptouw. Op de portalen stond soms een emmer met afval, kachelvuil en stof, proppen papier en schillen, waar de vuilniswalm uitsteeg.

Zoodra ge het eerste hoofdstuk het voorwoord, zoo ge wilt van Het verstoorde Mierennest hebt gelezen, ziet ge den zacht-ironischen, den mild-droevigen en koel-vreugdigen, den schuwen, slechts in wat losse speelschheid zich uiten willenden geest van den schrijver, ten voeten uit, voor U. En in dìt boek herkent ge hem weer hij is nu ietwat veranderd, maar dit verbaast U niet: gij hebt die verandering vóórvoeld.... Want ge zaagt ook wel hoe hij kwam aangetreden, deze in zich-zelf teruggetrokken mensch, door der jaren kronkelende gang, waar nu en dan schamplichten zijn d

Den student Anselmus was het, als werd hem in klare woorden iets gezegd, wat hij reeds lang voorvoeld had en ofschoon hij tegelijk meende te bemerken, dat vlierstruik, muur en grasgrond èn alle voorwerpen rondom zachtjes begonnen te draaien, vermande hij zich toch en wilde iets zeggen, doch de archivaris liet hem niet aan het woord komen, maar stroopte snel den handschoen van zijn linkerhand af en terwijl hij den student den zonderling vonken- en vlammenschietenden steen van een ring voor oogen hield, sprak hij: „Zie eens hier, waarde Mijnheer Anselmus, opdat gij u verblijden moogt, over wat gij aanschouwt”. De student zag toe en wonderlijk! de steen wierp als uit een brandend middelpunt stralen rondom zich en die stralen versponnen zich tot een hel-lichten kristallen spiegel, waarin met velerlei windingen, nu eens voor elkander vliedend, dan weer zich ineenstrengelend, de kleine goudgroene slangen dansten en draaiden.