United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voorop liep een boer, met een violetkleurig, goud doorstikt zijden banier, aan een roode stok. Dan volgden twee lange reeksen van vrouwen op behoorlijken afstand van elkander. De priesters gingen in het midden, een pastoor, een kapelaan en de gouverneur van een naburig slot, alle drie uit volle borst zingende.

Het bovengedeelte van den koepel was met honderde pannen van violetkleurig mica belegd, waardoor het licht liefelijk getemperd naar binnen viel. Op den vloer lag een zoo dik tapijt, dat het geluid van voetstappen er zich geheel in verloor. In het midden der kamer bevonden zich twee personen, een man, half weggedoken in de kussens van een gemakkelijken leunstoel, en een bevallig jong meisje.

Çahabi Divan zat of liever lag op een hoop dekens, achter in den officieelen talar op den vloer uitgespreid; hij bibberde en klappertandde, niettegenstaande hij in een fraai violetkleurig satijnen kleed was gewikkeld, waartegen zijn bleek en gerimpeld gelaat akelig afstak.

Ik kwam beneden en werd door mijn gastheer als "den geleerde" begroet, "die den heelen ochtend met den neus in de boeken had gezeten; allemaal gekheid. Hij was een dromedaris als hij er niet bij in slaap zou zijn gevallen." Henriette kwam binnen. Zij zag er buitengewoon vroolijk en opgewekt uit, en hield in de eene hand een violetkleurig biljet, dat zij pas scheen te hebben ontvangen.

De oorringen worden gemaakt van een violetkleurig glaasje, dat men met dat vernis op een klein ijzeren plaatje hecht. Het glas moet violetkleurig voor ijzeren, en zwart voor gouden kleinoodiën zijn! Spanje koopt er veel. 't Is het land van git..." Hier brak hij af met schrijven, de pen viel uit zijn vingers, hem overviel een wanhopig gesnik, zooals nu en dan uit de diepte zijner ziel oprees.

Daar hij zijn priesterrokken zeer langen tijd droeg, en niet wilde dat men dit opmerkte, ging hij nooit uit dan in zijn violetkleurig kleed. Dit was hem in den zomer wel een weinig lastig. Te huis komende deed hij zijn middagmaal, dat aan het ontbijt geëvenredigd was. Te half negen gebruikte hij met zijn zuster het avondeten. Magloire bediende hen. Niets kon soberder zijn dan deze maaltijd.

Dit gekleede jasje was wel elegant van snid, maar kennelijk reeds druk gebruikt, die zwart zijden das, maar los omgeknoopt, had ook zijne eerste frischheid verloren, en dat vest van violetkleurig fluweel zou wel prachtig genoeg zijn geweest, indien het niet zoo erg verkleurd ware, noch hier en daar zulke vale en kale plekken had gehad; daarbij die geruite pantalon, zooals men in het kleine stadje nog niet droeg, dat was geene deftige of degelijke mans-kleedij, naar zijn oordeel; de vreemdeling had op de nachtlijst de vraag naar zijn beroep oningevuld gelaten.

Uit de eerste kwam mijn moeder met Susanna en tante Letje: uit de tweede tante Van Bempden: en weldra traden de vier dames de kamer in: tante Letje, in haar effen violetkleurig taffen gewaad, met haar stijve neepmuts, zonder eenig cieraad, dan haar prachtigen kerkbijbel met schildpadden band en gouden sloten: en tante Van Bempden met hare fontanges, Brusselsche kanten, en honderden van linten en kwikken: twee volkomen kontrasten; maar beide, elk in haar soort, voortreffelijke menschen.

Een lange rok wordt op de rechterzijde door middel van vier haken opgehouden en met een rooden gordel om het lijf vastgesnoerd; de laarzen zijn van rood of violetkleurig fluweel. Aan den gordel hangen gewoonlijk een zakje van geel taf, waarin het onmisbare houten drinknapje steekt, en twee langwerpige, rijk geborduurde beurzen, die enkel tot sieraad dienen.

De zon is ondergegaan; het is dat stil en weifelend uur, waarin het nog geen nacht en niet meer ten volle dag is; de bergachtige achtergrond, waartegen de omtrek van het hotel, aan het einde der groote straat, scherp uitkomt, hult zich in donkere, harmonische, warme tinten, als violetkleurig fluweel, gelijk aan die der heuvelen op de heide, tegen het einde van den herfst.