Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Ibsen, de groote verskunstenaar, gaat na Peer Gynt geheel tot het proza over; de romanschrijvers van 1870 gebruiken uitsluitend den prozavorm. De laatste lyricus der oudere generatie, Vinje, legt in 1870 het hoofd neer, en daarmee zinkt de lyrische poëzie in een winterslaap, die met weinig onderbreking ca. 20 jaar duurt.
Maar zoolang de uitersten der maalsmannen voortgaan, aan de taal van Ibsen het recht te ontzeggen, Noorweegsch te heeten en in Noorwegen gesproken te worden, zullen zij zelf verhinderen, dat aan Vinje recht gedaan wordt. En dat is een verlies voor Noorwegen, want Vinje is een der grootste dichters van dat land geweest. Een nieuwe tijd stond voor de deur.
Maar deze kwam in strijd met zijn aangeboren optimisme, met zijn onmiddellijk natuurgevoel, met zijn niet te schokken geloof aan vooruitgang. Zoo kreeg Vinje den dubbelen blik op het leven, die voor hem zoo karakteristiek is; zoo komt hij er toe, tegelijk de lichtzijde en de schaduwzijde te zien. Hij wordt een ironicus en een humorist.
Wanneer Vinje in andere litteraire genres zijn kracht beproeft, dan schiet hij te kort, dan blijkt het, dat het hem zoowel aan psychologie als aan inzicht in de eischen der compositie ontbreekt. Aan Vinje kan men een onderscheid bestudeeren, dat dikwijls over het hoofd wordt gezien, het onderscheid tusschen dichter en kunstenaar. Dichter was hij in hooge mate, kunstenaar in zeer geringe.
"Hé, vinje?" Men leest verder: "Met het familiewapen van Mijnheer uw vader bekend, mocht ik inderdaad de overeenkomst treffend bevinden." Hier volgde een beschrijving van het bedoelde wapen. "Mijne vroegere relaties" zoo luidde het verder in den brief "brachten mij in kennis met een onzer eerste genealogen.
De dichters konden gemakkelijk zeggen, dat Noorwegen aan Pruisen den oorlog moest verklaren; de staatslieden dachten er anders over, en zeker niet zonder grond. Maar onder de schoone geesten stond Vinje met zijn opvatting alleen. Zijn afkeer van het tot het uiterste gedreven idealisme hangt samen met zijn beter inzicht in de realiteit.
Een wit engelschlederen broekje, tot groote zielesmart van mama aan de treden der calèche bij het uitstappen vuil gemaakt, omkleedt zijne kromme beentjes, eindigende in witte kousjes en lage schoentjes. "Vinje niet, lieverd! dat dit jongetje veel van ons Pietje heeft?" vraagt de moederlijke moeder.
De groote boeren zag hij niet met vriendelijke oogen aan; misschien heeft hij ze ook niet altijd billijk beoordeeld, maar wanneer hij in Ferdaminni en elders hun zwakke zijde laat zien, dan geeft hij toch werkelijkheidsbeelden en geen romantiek. Overigens was litteraire kritiek niet het fort van Vinje, en dit is ook zeer begrijpelijk.
Ferdaminni is de beschrijving van een tocht naar Trondjem, dien de schrijver in 1860 maakte, om de kroning van koning Oscar bij te wonen. Vinje vertelt hier op frissche wijze van land en volk. De conceptie doet denken aan Heine's Reisebilder, met name aan de Harzreise; wij vinden hier bovendien dezelfde ontvankelijkheid voor indrukken van de natuur, dezelfde verrassende sprongen van geest.
En het kan ook niet verwonderen, dat een dichter, zoo subjectief als Vinje, die Brand voor een farce aanziet, geen psycholoog was. Het gebrek aan deze eigenschappen kon door geen theoretiseeren over de kunst, waar Vinje zich somtijds, ofschoon op wonderlijke wijze, aan overgeeft, worden vergoed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek