Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Hij dacht aan Toon, en besloot ter verfrissching eenige chinaasappelen mee te brengen, welke hij zou zeggen voor een oud kleedingstuk in ruil te hebben bekomen, maar zag het niet hoe akelig de viervoet met de oogen ging draaien, en hij riep alweder: "Huup! huup! vort Hans! kovort!"
De kuiper, die zijn winkel in de nabuurschap had, nam de pijp uit den mond en bleef met opgeheven hamer staan; de rijknecht, die het paard naar de smidse had gebracht, en de smid, die het beslaan zoude, traden toe op dat geluid, zonder zich te bekreunen over de ongemakkelijke houding, waarin de arme viervoet hun terugkomst stond af te wachten; de winkelierster, die achter de toonbank bezig was een lood snuif af te wegen, en de oude keukenmeid, die voor de toonbank in haar knipje frommelde om het vereischte getal duiten te zoeken, braken, als bij wederzijdsch akkoord, haar handel voor een oogenblik af en bleven met uitgerekten hals staan luisteren: de sleeper, die voor het wijnhuis aan den hoek zijn halfje kocht, toefde met den roemer aan de lippen te brengen, uit vrees dat het klokken van den jenever hem een woord zou doen missen; overal, uit voor- en pothuizen, uit kelder- en zoldervensters kwamen hoofden en aangezichten te voorschijn; terwijl in diepe stilte en gespannen verwachting, elk de ooren spitste om de orakeltaal des gewichtigen mans te vernemen.
Op, voor Schaffelaar!" De ruiters heffen de speren omhoog en herhalen den kreet: "Op, voor Schaffelaar!" De rossen steigeren bij dien kreet en spitsen de ooren. "Voorwaarts, in vollen galop!" roept Jan van Schaffelaar. En te viervoet, met de speer in de rechterhand en het schild aan den linkerarm, rennen zij het dorp binnen. De vijand is echter wakende.
Indien onze nederlandsche schilders van den tegenwoordigen tijd te bewegen waren, voor eene poos zich aan de omhelzing hunner dorpsvertellingen te ontrukken, dan zouden zij door het behandelen van een historisch onderwerp roem kunnen behalen: Erasmus te viervoet, gevolgd door zijn burgerlijken rijknecht, door zijne rijdende bibliotheek, en opziend uit het schrijfboek waarin hij bezig is gelukkige invallen voor den Lof der Dwaasheid op te teekenen.
De lange naakte beenen van den Arabier, die bijna den grond bereikten, waren, evenals de huid van zijnen viervoet, overal bespat en bevlekt met het bloed. Maar nog akeliger was het gezicht van den last, dien twee Arabieren torschten, met welke de Arabier op den ezel in druk en vroolijk gesprek was. Op eene ruwe berrie droegen zij een lijk naar de laatste rustplaats.
Hij sloeg zooals hij daar zat, een allergekst figuur, en de voorbijgangers, die zich haastig uit de voeten maakten, schaterden het uit, maar dat was Dik onverschillig. Evenmin stoorde hij zich aan de sprongen van zijn viervoet, die alles in het werk stelde, om zich van zijn berijder te ontdoen. Dik bleef bedaard zitten, waar hij zat.
Stemme-streelingh, snaren-krabb'ling, Is een konstelicke brabb'lingh, Die sijn handen en sijn keel Niet en kennen als ten deel, Maer, al stinckt het eigen roemen, Laura kan sijn keel niet noemen. Of sy staet er af en trilt Als een Eicken rijs in 't wild; Snaeren kan sijn hand niet raecken, Die wat Laura's-achtig kraecken, Of sijn vingers gaender af, Als een viervoet naer een draf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek