United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het ging donkeren en Pallieter zei: "Kom, we gon het de pastoer oek zeggen." Met zoekende, onvaste stappen gingen ze achtereen door de regenplassen, en beiden lachten zonder te weten om wat. Zij vonden den pastoor, nog bezig in zijn vetplantenserre aan 't frutselen. De goede vent hield kollektie in de raarste soorten vetplanten, en daar besteedde hij veel tijd aan, en sprak er geren over.

Heeft men jonge planten, dan moeten zij elk voorjaar verpot worden; oudere exemplaren daarentegen kan men gerust twee of drie jaar in denzelfden pot laten staan. De potten, die men gebruikt, moeten in verhouding tot de plant tamelijk klein zijn, daar de Vetplanten slechts zeer zelden veel wortels maken en bijna altijd langzaam groeien.

De rustende planten moeten eer droog dan vochtig gehouden worden, maar men mag ze niet geheel laten uitdrogen, met uitzondering van de Cactussen en andere vetplanten, die men kurkdroog kan laten worden.

Van verscheidene planten en vooral van vetplanten, is het voldoende, een blad in den bodem te zetten, om een plant te verkrijgen. Een zich aan den bladvoet bevindende knop gaat dan ontwikkelen, en men ziet aan den voet jonge wortels en een plantje te voorschijn komen, terwijl het oude blad langzaam afsterft. Zeer gemakkelijk gaat het voortkweeken van bladstekken bij de Bladbegonia's.

Na het oppotten of verpotten worden de planten dadelijk aangegoten; vooral bij teedere en grootbladerige planten, die neiging hebben om spoedig slap te hangen, moet dit zoo gauw mogelijk geschieden. Palmen en eenige andere plantensoorten, waaronder ook Vetplanten, kunnen, wanneer men bij het verpotten donker weer heeft, daarentegen enkele dagen onaangegoten blijven staan.

Deze laatste geslachten zijn echter slechts hun aan te bevelen, die goed met plantencultuur vertrouwd zijn, daar zij lastig in de cultuur zijn en maar al te vaak, vooral des winters, dood gaan. Succulenten of Vetplanten. De Vetplanten, zoowel de inheemsche als de tropische, behooren tot de hardste en daardoor tot de meest geschikte planten voor kamercultuur.

Zonder zulk een steunsel laten zich b.v. de Palmen kweeken, daar deze in de kamer wel nooit een stam zullen vormen; ook de planten met een stevigen houtachtigen stengel, de lage kruidachtige planten en de meeste Cactussen en vele vetplanten zullen wel geen steun behoeven.

Behalve de z.g.n. vetplanten, waartoe b.v. de Cactussen behooren, zijn er niet veel planten, die des zomers ongeschermd achter een op het zuiden gelegen venster kunnen gekweekt worden. Door de sterke zonnestralen ontstaan namelijk bruine vlekken op de bladeren, die niet meer verdwijnen. Vooral is dit het geval, wanneer de planten, in de volle zon staande, bespoten worden.

Deze laatsten sterven in het najaar tot aan den grond af, en kunnen dan in den kelder overwinteren. Beide soorten staan gaarne in de zon; zij groeien zelfs in mageren grond en moeten des winters, evenals alle andere Vetplanten, droog gehouden worden. Men kan beide soorten zeer gemakkelijk door stekken voortkweeken.

In de spleten der rotsen groeien vetplanten en mossen, en groote steenachtige richels loopen door de weiden, terwijl overal kloven en bressen gapen.