Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Maar zoo dit een grap is van de studenten uit de ontleedkamer, moest het hun even gemakkelijk vallen, twee niet bij elkaar passende als een paar ooren te zenden." "Zoo is het. Maar we hebben hier niet met een grap te doen." "Zijt ge daar zeker van?" "Het komt mij zeer onwaarschijnlijk voor. De lijken in de ontleedzaal worden bespoten met een vloeistof om ze voor bederf te bewaren.

Dit alleen is echter niet voldoende, maar men zorge er ook voor, dat deze planten op warme, lichte dagen minstens een paar keer met de handspuit of den rafraîchisseur bespoten worden, zoowel aan de boven- als aan de onderzijde der bladeren, terwijl zij ook minstens één keer per week met lauw warm water moeten worden afgewasschen.

Zij groeien in ieder jaargetijde zeer gemakkelijk en maken reeds na weinige dagen volop wortels. Het best groeit deze plant in het kamerkasje, wanneer men haar jaarlijks uit stekken kweekt, waarvan er meerdere in een 10 cM. wijden pot kunnen gestoken worden. Ook de Oplismenus bemint zeer veel vocht en wil herhaaldelijk bespoten worden.

De Franciscea moet het geheele jaar door in de kamer gekweekt worden. Des winters verlangt zij een temperatuur van 60°-65° Fahr., des zomers moet zij flink geschermd en het vertrek, waarin zij staat, ruimschoots gelucht worden. Evenals talrijke warme bloemplanten, houden de Franciscea's er veel van bespoten te worden.

Evenals bij de zaadpotten, is het voorzichtig, ook de stekpotten met een stolp te bedekken, doch men behoeft ze niet voor de zon te schermen; die mag er gerust op schijnen. Het zand in de stekpotten moet tamelijk droog gehouden worden; geheel opdrogen mag het echter niet. De stekken moeten niet te dikwijls bespoten worden en dan slechts uitsluitend bij helder weer.

De bladeren moeten dikwijls bespoten en afgesponsd worden, opdat de plant niet aangetast wordt door ongedierte, iets wat anders zeer gemakkelijk gebeurt. Des zomers kan men rijkelijk gieten; des winters daarentegen moet men veel spaarzamer met water zijn. Zeer nuttig is het, de planten des zomers eenige malen met een aftreksel van hoornspaanders te begieten.

Men moet er na het insnijden goed voor zorgen, dat het mos om de wonde behoorlijk vochtig blijft en ook de plant zelf moet dikwijls bespoten en vooral uit de zon gehouden worden, om te voorkomen, dat zij bladeren verliest. Is de kroon beworteld, dan kan zij afgesneden en afzonderlijk opgepot worden.

Des winters kan men de Sparmannia, al naar verkiezing, in een koud of warm vertrek kweeken. Doet men het in een warme kamer, dan zal zij weinig of niet rusten. Plaatst men haar des winters in een kamer met een temperatuur van 55° Fahr., geeft men haar daarbij een lichte standplaats en wordt zij op zonnige dagen nu en dan bespoten, dan zullen zich enkele bloemtrossen ontwikkelen.

In geval van nood houden zij hiermede zelfs de bloeddorstigste en roofgierigste Katten op een behoorlijken afstand; alleen in zeer moedige Honden, die, nadat zij bespoten zijn, den bedrijver van dit schelmstuk met ware doodsverachting te lijf gaan, vindt deze een vijand, die tegen hem opgewassen is.

Een groote factor bij de Rozencultuur is ook het besproeien. Worden de planten op warme dagen voorzichtig besproeid of bespoten, dan voorkomt men voor een groot gedeelte de aanvallen van insecten; terwijl ook de planten opfrisschen, doordat zij van alle stof en vuil gereinigd worden, waardoor de huidmondjes open blijven.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek