Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Daar droge lucht voor veel soorten verderfelijk kan zijn, moet men ze niet slechts des zomers, maar ook op heldere dagen des winters met den rafraichisseur herhaaldelijk spuiten, of wel ze met een spons aan de onder- en bovenzijde der bladeren nu en dan afwasschen.
Ten gevolge van den snellen groei hebben alle planten, die men forceert, veel behoefte aan water. Men lette er vooral op, dat de aarde niet geheel uitdroogt, want daarmede zou alle kans op succes verdwenen zijn. Juist aangeven, wanneer men moet gieten, is onmogelijk, daar het steeds moet gebeuren, wanneer de aarde neiging toont tot opdrogen en hoewel men weder niet te veel moet gieten, is in dit geval te groote vochtigheid toch niet zoo nadeelig als te groote droogte. Het water, waarmede men giet, moet minstens de temperatuur hebben van het vertrek, waarin de planten staan; vele zijn echter zeer dankbaar, wanneer zij begoten en bespoten worden met water van 75°-85° Fahr. Bij het spuiten moet men zich van een goeden rafraîchisseur bedienen en het zóó doen, dat de bladeren aan de onder- en bovenzijde goed nat zijn. Voordat het vertrek, waarin de planten staan, goed verwarmd is, mag men niet spuiten; is dit echter eenmaal het geval, dan spuit men bij helder weer twee
Bij het zaaien moet men er op letten, dat de zaden gelijkmatig uitgestrooid en, zooals alle fijne zaden, niet met aarde bedekt worden. De zaadpotten dekt men met een glasplaat, plaatst ze in het kamerkasje, terwijl zij met den rafraîchisseur zoodanig worden bespoten, dat de aarde gelijkmatig vochtig blijft.
Heeft men een pot op deze wijze vol geplant, dan worden de plantjes met den rafraichisseur voorzichtig aangegoten, en wanneer het warme planten zijn, met een glasplaat bedekt. Wil men dit laatste doen, dan moet er voor gezorgd worden, dat de pot niet tot aan den rand met aarde wordt gevuld; daar de jonge plantjes de glasplaat niet mogen aanraken.
De zaadpotten worden nu met den rafraîchisseur behoorlijk bevochtigd, waarbij men er op moet passen, dat zij niet op hoopjes spoelen, wat zeer gemakkelijk kan gebeuren. De aldus behandelde zaadpotten worden nu met een glasplaat bedekt en voor een zonnig venster gezet, daar de zonnewarmte een goeden invloed op de kieming heeft.
De zaadpannen worden, nadat men gezaaid heeft, voor een venster van een niet te warm vertrek gezet. De aarde wordt met den rafraîchisseur of een fijnen broesgieter zóó aangegoten, dat zij matig vochtig blijft en men bedekt ze, zoolang de zaden niet opgekomen zijn, wanneer de zon schijnt, met een vel papier.
In de eerste plaats moet men zorgen voor het matig vochtig houden der aarde, verder voor schermen tegen de zon en voor een herhaald besproeien met den rafraîchisseur. Een liefhebber van deze planten, die geen kasje of terrarium tot zijn beschikking heeft, kan ze ook met succes onder stolpen kweeken, die dan in de vensterbank gezet moeten worden.
Bij donker weer spuit men natuurlijk niet of hoogstens slechts één keer, bij helder weer daarentegen moet het 3-5 keer per dag geschieden. Voor het spuiten moet men bij voorkeur gebruik maken van den rafraîchisseur. Naast vochtigheid hebben de Varens ook behoefte aan versche lucht en het kamerkasje moet dan ook, op heldere dagen, wanneer behoorlijk gespoten wordt, meer of minder gelucht worden.
Dit alleen is echter niet voldoende, maar men zorge er ook voor, dat deze planten op warme, lichte dagen minstens een paar keer met de handspuit of den rafraîchisseur bespoten worden, zoowel aan de boven- als aan de onderzijde der bladeren, terwijl zij ook minstens één keer per week met lauw warm water moeten worden afgewasschen.
Is het warm en helder weer, dan moeten de bladeren en schijnknollen der Orchideeën dagelijks een paar keeren bevochtigd worden. Hiertoe gebruikt men een handspuitje met fijne broes of een goeden rafraîchisseur. Houdt men op deze wijze de lucht voldoende vochtig, dan zal men ook weinig of geen last hebben van ongedierte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek