United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik zal spinnen fijne kleederen voor u laten maken en u vleugels geven, zooals ik ze draag. Wij zullen leven van bloemengeur en met de elfen in het maanlicht dansen. Als de herfst komt, zullen wij met den zomer medetrekken, daarheen waar de hooge palmen oprijzen, waar kleurige bloemtrossen aan de rotsen hangen en het donkerblauwe zeevlak schittert in de zon. En ik zal u altijd sprookjes vertellen.

Op de hellingen vertoonen zich sparren; er hangen wilde rozen bij neer en tot op den top reiken de geurige bloemtrossen. In de kloven staat het vol met varens en bloeiende aardbeien.

De qualiteit van den bol kan men onmogelijk uit de afmeting opmaken, daar er veel soorten zijn, die werkelijk prachtige bloemtrossen ontwikkelen en toch slechts kleine bollen vormen. In den regel zijn de bollen der dubbelbloemige Hyacinten niet zeer groot. De bloemtrossen der enkele Hyacinten zijn over het algemeen eleganter en voor het forceeren in de kamer beter geschikt.

In het voorjaar brengt deze plant groote, rechtop staande bloemtrossen voort, met kleine, witte of rose bloempjes. Een bonte vorm, de Saxifraga sarmentosa var. tricolor heeft zeer fraaie, wit, groen of geelbonte bladeren, doch is zeer zwak en groeit slecht. De Saxifraga groeit in bijna iedere aardsoort en houdt niet van veel warmte.

Prachtig waren ze met hun dikke stammen, met geel mos begroeid en met groote witte bloemtrossen, die uit het donkere loof staken. Hij moest aan den hemel met zijn sterren denken. 't Was toch wonderlijk zooals de boomen daar op de plaats groeiden. Daar stond een oude wilg, zóó dik, dat twee man hem niet omspannen konden.

Als een stuk van groote waarde toonde men ons een lange looper uit den tijd van Lodewijk XIV, geheel stijf van zilver en met gouden bloemtrossen ingelegd. In andere winkels ziet men weer verschillende wapenen van allerlei vorm en afmetingen, met zilver en ivoor ingelegd of zwaar met koper beslagen; de sabels en dolken rijk gedamascineerd.

Half ongeloovig bleef Johannes naar de duinen staren. Zij kwamen nader en naderbij. De lange slooten aan beide zijden schenen om hun middelpunt te draaien en snel vlogen enkele woningen langs den weg voorbij. Toen kwamen de boomen: dichtbebladerde kastanjeboomen, rijkelijk bloeiend met duizenden groote, witte of roode bloemtrossen, donker-blauwgroene dennen, groote, statige linden.

Als een stuk van groote waarde toonde men ons een lange looper uit den tijd van Lodewijk XIV, geheel stijf van zilver en met gouden bloemtrossen ingelegd. In andere winkels ziet men weer verschillende wapenen van allerlei vorm en afmetingen, met zilver en ivoor ingelegd of zwaar met koper beslagen; de sabels en dolken rijk gedamascineerd.

Neen, als de lente herleeft, en land en bosch jubelt in den zonnestraal met de zachtste tinten en kleuren, dan droomen we niet van een zoet weleer, dat slechts in de herinnering zoo vlekkeloos schoon was; dan leven we evenmin in een toekomst, hunkerende naar een zorgloozen ouderdom, die nooit zal komen; maar dan leven we in het heden en roemen in de heerlijke lente, die nu weer haar schatten ontplooit.... Maar zie, bij 't genietend voortwandelen langs het lichtste groen van iepen en eschdoorns, terwijl hooger de vogelkers met zijn sierlijk witte bloemtrossen, honinggeuren door 't bosch verspreidt, komt toch een droeve toon, een toon van smart en rouw en vervlogen kracht en geluk het hart beroeren: Ginds op een bank zit een grijsaard.

Het was misschien wel beschamend voor Hollandsche jongelingen, waarvan sommigen nog niet hun geheel vaderland hadden doorkruist, die het oostelijk gedeelte van Drenthe niet hadden gezien, en den heerlijken weg tusschen Breda en 's Bosch slechts bij reputatie kenden, om zich in 't gezigt der kusten van het Lombardijsche meer te verlustigen, en de woeste majesteit, vereenigd aan de schoonheden van eene zachte en lagchende natuur te bewonderen; bij velen hunner kwam misschien een stil verwijt op, dat zij Schiermonnikoog nog niet kenden, terwijl zij op Isola Bella aan wal stapten; maar toch, in weelde en genot doorwandelden zij de lanen van laurier- en oranjeboomen; in stille verrukking rustten zij onder de hooge bloeijende cypressen, en lieten zij van de terrassen voor het marmeren paleis der Boromei hun oog over de blaauwe wateren weiden, waarin de welige bloemtrossen en het donker groen zich spiegelden.