Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
"Ik kan u niet van mij weren Die mijn Hel en mijn Hemel zijt, Ik moet uw omarming begeeren, Tot den dag, dat de Dood mij verbeidt: O! neem, als een vrucht, die levend Rijp-rood voor u is gegroeid Mijn mond, waarin, zich gevend, Mijn hartstochtleven vervloeit! En, kwam al God daartusschen En wees op zíjn Hemel, zíjn Hel, Ik zou u kussen en blusschen Mijn gloed aan die Liefde-wel.
De media dentalis vervloeit tusschen twee vocalen, b. v. gehoue, beie, zeien, zouwen, voor gehouden, beiden, zeiden, zouden. Somtijds ontwikkelt de u alsdan in plaats der d hare consonantische lipblazing w, en de i hare consonant j, zoo als in ouwe, scheijing, voor oude, scheiding.
De Plompe Lori, de Scharmindi billi of "schaamachtige Kat" van de Indiërs, de Moeka ("het aangezicht") van de Javanen (Stenops tardigradus) is een weinig meer bekend geworden, waarschijnlijk omdat hij talrijker voorkomt en een grooter verbreidingsgebied heeft dan zijn slanke neef. De westelijke grens van dit gebied wordt ongeveer door den benedenloop van den Brahmapoetra gevormd. In den Himalaja werd hij niet gevonden, wel echter in Assam en alle meer zuid- en zuid-oostwaarts gelegen landen, alsmede op de eilanden Sumatra, Java en Borneo. Hij is grooter en van meer ineengedrongen lichaamsbouw dan zijn stamverwant. Bij deze soort komen velerlei afwijkingen van grootte en kleur voor, die echter, naar het schijnt, niet bestendig zijn. De hoofdkleur is een helderder of donkerder aschgrauw of zilvergrijs aan de bovenzijde, dikwijls met een roodachtig waas overtogen; naar onderen wordt de kleur bleeker; over den rug loopt in de richting der lengte een meer of minder donkere, kastanjebruine streep, die aan de kruin vervloeit, of daar in een breede, menigmaal tot aan de ooren reikende vlek eindigt, of zich in twee banden tot aan de oogen, of in vier banden tot aan de oogen en ooren voortzet. De oogen zijn steeds met bruine ringen omgeven, ook daar waar geen strepen het aangezicht versieren. De onbehaarde gedeelten van de zolen en den neus zijn vleeschkleurig. De lichaamslengte bedraagt 32
Telkens vervloeit een hoogtepunt van pathos tot een nieuw gemurmel, dat dan, op zijn beurt in zich opnemend de ongestilde verlangens en geheime droomen van het menschenhart, weer uitstroomt in rijke bewogenheid, als een rivier, door duizend verborgen bronnen en liefelijke beken gevoed.
Het was de droomerij van eene, wie geene obsessie van wat ook op de hersens licht, obsessie noch van geluk, noch van smart, droomerij van een geest vol stille lichtheid, als vol van een wijd, stil grijs Nirwana, waarin alle moeite des denkens vervloeit en de gedachte slechts wat terug-dwaalt over indrukken van vroeger, ze plukkende hier en daar, zonder keuze.
Het pad waarlangs dat lieflijk paar Schreed onder ceder, taxis, pijn, Al donkre boomen die er zijn, Scheidt van den hemel wijd en klaar Een ondoordringbaar loofgordijn Wind, regen, zon- noch maneschijn Vindt zich een weg door die geweven Prieelen, slechts een wolk van dauw Drijft somtijds langs de stammen grauw Op winden mee die de aard bezweven, Doet overal een parel beven In bloesems bleek, opnieuw ontbloeid, Van 't lauwergroen, en buigt de kroon Van een teer-lieflijke anemoon, Waarna ze stil vervloeit.
De wrongel moet voor dit doel digter gemaakt worden, hetzij door verwarmen der wei, hetzij door het bijgieten van heet water; vervolgens perst men haar, in linnen of in grof vloeipapier gewikkeld, om zooveel doenlijk de wei te verwijderen. Neemt men weeke of zwammige wrongel, dan vervloeit de kaas.
Dag aan dag namen zij zwijgend hunne plaatsen in, onder het werk konden zij elkander niet aanzien, hun korte rusturen werden ingenomen door slaap en een haastig maal. Nooit zag men hen lachen, nooit hoorde men hen zingen. Het leven van deze rampzaligen geleek op een onderaardschen stroom, die langzaam maar zonder ophouden voortzwoegt, totdat hij, onverschillig waar, vervloeit. O, Zoon van Maria!
De lage wilg met zijn hollen knokigen stam; de slanke popel, wuivende van het zachte koeltje; het hooge en dichte riet, de scherpe blaren en de zwarte pluimen schuddende; het kleine boerenhuis, waaruit het blauwe rookwolkje geestig en langzaam opstijgt, en in de lucht vervloeit; de roodbonte koe, tot de knieën in het water, een koel bad nemende op gindsche zandplaat, het wordt alles getrouw verdubbeld door het klare vocht, en zijn dun vernis doet ieder voorwerp schooner glanzen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek